= doeltreffend kunnen optreden in de omgang met anderen
Voorwaarde: vertrouwen in verbale competentie
SITUATIE
Tijdens de buitenlandse stage verblijven de leerlingen in appartementen. Je merkt dat een klasgenoot telkens verdwijnt wanneer er huishoudelijke taken moeten uitgevoerd worden. Omdat ze zich al een paar dagen wat minder voelt, durft niemand er iets van te zeggen. Je begint je hier aan te ergeren en wil dit bespreekbaar maken. Hoe pak je dit aan?