Bezittelijke en persoonlijke verwijswoorden

Taalverzorging
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Bezittelijke en persoonlijke verwijswoorden

Slide 2 - Slide

Doelen


- Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is

- Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

- Je weet het verschil tussen jou/jouw


Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je "jou" en wanneer "jouw"?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Jou / u / mij --> persoonlijk voornaamwoord, verwijst naar een persoon
Je kunt het vaak vervangen door een naam

Jouw / uw / mijn--> bezittelijk voornaamwoord, ze geven een BEZIT aan. (vaak staat er een zelfstandig naamwoord achter)

Slide 6 - Slide

Quiz
Kies het juiste woord

Slide 7 - Slide

Hendrik zet …… gegevens op de lijst
A
jou
B
jouw

Slide 8 - Quiz

Dat ga ik meteen voor ….. doen!
A
jou
B
jouw

Slide 9 - Quiz

..... cake is het lekkerst.
A
jou
B
jouw

Slide 10 - Quiz

Ik heb het aan ..... broer gevraagd
A
jou
B
jouw

Slide 11 - Quiz

Wilt ..... nog wat drinken?
A
u
B
uw

Slide 12 - Quiz

..... telefoon is op de grond gevallen
A
mij
B
mijn

Slide 13 - Quiz

Wil je ..... even antwoord geven?
A
mij
B
mijn

Slide 14 - Quiz

Gisteren vierden we ..... verjaardag
A
jou
B
jouw

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link

evaluatie

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen jou en jouw?

Slide 18 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Open question

Schoolwerk/huiswerk
Maken digitaal lesmateriaal hoofdstuk 4
Taalverzorging verwijswoorden

Slide 20 - Slide