Oefentoets T4 3vwo

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Open je laptop en doe mee!

Oefentoets T4

H4 en H5 - Spelling (ook werkwoordspelling)

H4 en H6 - Grammatica zinsdelen

H5 en H6 - Woordenschat

Om de grote warme chocolademelkprijs

Waar staat het woord of de woordgroep m.a.w. voor?

1. met alles wat
2. meer aanwijzingen welkom
3. met andere woorden
4. middels andere woorden

M.a.w. is een goed voorbeeld
van een ...?

1. een afkorting
2. een symbool
3. een verkorting
4. een initiaalwoord

Afkorting

De weergave van een woord(groep) door een beperkt aantal (begin)letters met een of

meer punten, die je uitspreekt als

het oorspronkelijke woord.

Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het oorspronkelijke woord voorkomt.

Waar staat in de wetenschap
de letter A voor?

1. Amplitude
2. Ampère
3. De eerste letter van het alfabet
4. Atypisch

De A van ampère is de eenheid van elektrische stroom in het SI-stelsel.

1. A is een afkorting
2. A is een symbool
3. A is een verkorting
4. A is een initiaalwoord

Symbool

Een vaak internationale notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of valuta,

die je helemaal uitspreekt waar het voor staat

en schrijft zonder punten. 

Je gebruikt de hoofdletters of kleine letters die internationaal zijn afgesproken.

Welke betekenis heeft het woord
of de woordgroep NATO?

1. Noord-Amerikaanse Verdragsorganisatie
2. Nationale Automatisering en Technologie Organisatie
3. Noord-Amerikaanse Transportorganisatie
4. Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

NATO of in het Nederlands NAVO is een goed voorbeeld van een ...?

1. Afkorting
2. Letterwoord
3. Verkorting
4. Initiaalwoord

Initiaalwoord

Bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Je spreekt de korte vorm uit, dus niet waar het voor staat en schrijft het zonder punt.

Een hoofdletter gebruik je alleen als die ook

in het oorspronkelijke woord voorkomt of

als een organisatie ze zelf hanteert.

Verkort het woord of de woordgroep 'zeer open asfaltbeton'

1. ZOAB
2. zoab
3. z.o.a.b.
4. Zoab

De woordcombinatie zoab is een goed voorbeeld van een ...?

1. Afkorting
2. Letterwoord
3. Verkorting
4. Initiaalwoord

Letterwoord

Afkortingen die worden uitgesproken als woorden, i.p.v. afzonderlijke letters. Ze bestaan uit de eerste letters van een naam of woordgroep zonder punt.

Een hoofdletter gebruik je alleen als die ook

in het oorspronkelijke woord voorkomt of

als een organisatie ze zelf hanteert.

Verkort het woord of de woordgroep 'hotel, restaurant, café'

1. Horeca
2. Horesca
3. HORECA
4. horeca

De woordcombinatie horeca is een goed voorbeeld van een ...?

1. Afkorting
2. Letterwoord
3. Verkorting
4. Initiaalwoord

Verkorting

Een verkorting is opgebouwd uit een of meer (delen van) lettergrepen. Je schrijft ze alsof het gewone woorden zijn.

Een hoofdletter gebruik je alleen als het

om een eigennaam gaat. 

Neem onderstaande zinnen correct over:
prof dr c van abeelen komt morgen naar gouda.
hij reist hier naartoe mbv de ns

Punt:

Na een zelfstandige mededelende zin;

Eén of meerdere bij afkortingen;

Bij titels en voorletters.

Neem onderstaande zin correct over:
ik hou van verschillende soorten fruit zoals appels bananen en sinaasappels maar niet van peren

Waarom staat er in onderstaande
zin een komma?
Jaap, wil jij de boeken even ophalen?

1. het is een gedachte
2. hoofdzin en een bijzin
3. een aanspreking
4. twee persoonsvormen

Komma:

Voor verbindingswoorden (voegwoorden);

Bij opsommingen;

Tussen twee persoonsvormen;

Achter een briefaanhef;

Rondom een uitspraak;

Als je iets extra's zegt over een zinsdeel.

Vergelijk de zinnen:

1.  Beginnen jullie maar alvast,

want ik sta nog in de file.

2.  Beginnen jullie maar alvast, ik kom er zo aan.

3.  Beginnen jullie maar alvast;

door het drukke verkeer ben ik wat later.

Waarom een puntkomma in de zin:
'Beginnen jullie maar alvast; door het drukke verkeer ben ik wat later.'?

1. Ja, waarom eigenlijk
2. Het zou een punt moeten zijn.
3. Er is sprake van een direct verband
4. Het zou ook een komma moeten zijn.

Puntkomma:

Houdt het midden tussen een punt en een komma (de zelfstandige zin ervoor en erna hangen nauw met elkaar samen en een punt zou een te sterke scheiding uitdrukken);

Om zinnen te scheiden binnen een opsomming,

als ze lang zijn of de opsomming complex is.

Corrigeer de onderstaande zin:
de dag begint altijd met een heel ritueel opstaan douchen aankleden ontbijten en naar school

Dubbele punt:

Bij een opsomming;

Bij een conclusie;

Bij een citaat (directe rede);

Bij een verklaring/reden (of '..., want').

Neem onderstaande zin correct over:
de docent riep stilte

'Waarom', wilde mijn broertje weten, 'zijn de bananen krom?'
De eerste komma staat buiten de aanhalingstekens in deze zin, omdat ...?

1. leestekens nooit binnen aanhalingstekens staan
2. je van het volledige citaat uit moet gaan
3. het een onderbroken citaat is
4. Ikke nie begrijpe nie

'Kortom,' besloot hij zijn verhaal, 'we hadden een heerlijke vakantie.'
De eerste komma staat binnen de aanhalingstekens in deze zin, omdat ...?

1. leestekens altijd binnen aanhalingstekens staan
2. je van het volledige citaat uit moet gaan
3. het een onderbroken citaat is
4. Ikke nog steeds nie begrijpe nie

Aanhalingstekens:

Bij citaten (directe rede);
Om een zelfbedacht woord;
Bij woorden die je niet serieus of letterlijk bedoelt.

'Enkele' aanhalingstekens worden voor bijna alle doeleinden ingezet, "dubbele" aanhalingstekens meestal alleen voor het citeren van tekst.

jullie worden niets gevraagd
Corrigeer bovenstaande zin.

Corrigeer de zin: een groot aantal schapen staan in de wei

Congruentie

Het onderwerp klopt met de persoonsvorm

(in persoon en in getal)

Meervoudige persoonsvorm:

Bij 'een van de + meervoudig woord + die', volgt in een bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsv.

(Een van de leerlingen die nooit opletten, is ...)

Congruentie

Enkelvoudige persoonsvorm:

Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en meervoudige nabepaling (de groep betogers);

Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit

meerdere personen bestaat (de jeugd);

Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort;

Na een rekeneenheid.

Als de zinsvolgorde OPA is in plaats van POA, dan is er sprake van inversie

1. Inverwie?
2. Klopt niet
3. Klopt
4. Opa?

Het onderwerp in een zin vind je door bijvoorbeeld de vraag te stellen:
wie of wat + persoonsvorm

1. Klopt
2. Klopt niet

Inversie

Inversie betekent omkering. De persoonsvorm staat voor het onderwerp, ofwel een omkering van de volgorde van onderwerp en persoonsvorm.

Zonder context weet je soms niet of er inversie is:

Je beste vriend mag je op een foutje wijzen. 

 Het betreft dan een 'dubbelzinnige zin'.

Waar zijn deze artikelen ook alweer een voorbeeld van?

Wat is de oorzaak van ambiguïteit?

1. De zin bevat een homoniem.
2. De zin bevat een woordgroep die meerdere betekenissen heeft.
3. Je kunt de zin op twee manieren ontleden.
4. Er is sprake van een onduidelijke verwijzing

Ambiguïteit:

Woord met meerdere betekenissen (homoniem);

Woordgroep met meerdere betekenissen;

Redekundig ontleden;

Onduidelijke verwijzing.

Op meerdere manieren op te vatten!

(ambigue = dubbelzinnig)

Een spreekwoord staat in de tegenwoordige tijd en drukt een wijsheid of opvatting uit.

1. Deze uitspraak is waar
2. Deze uitspraak is niet waar

Een gezegde is op zichzelf nooit een zelfstandige zin en heeft een figuurlijke betekenis.

1. Deze uitspraak is waar
2. Deze uitspraak is niet waar

Woordenschat

Een collocatie is een vaste combinatie van woorden met/zonder werkwoord

1. Collocawie?
2. Klopt niet, het is enkel met werkwoord
3. Klopt niet, het is geen vaste combinatie
4. Klopt

De juiste aanvulling van
'in geuren en [...]' is:

1. gevoelens
2. kleuren
3. gekleurden
4. geluid

Collocaties:

ZN met vast WW (een besluit nemen);

Uitdrukkingen met WW (de boventoon voeren);

Uitdrukkingen zonder WW (een doorn in het oog);

Uitdrukkingen met woordpaar (pais en vree);

Uitdrukkingen met woordpaar én vast WW

(kant noch wal raken).

Vaste combinaties van woorden

Gefeliciteerd!

De grote warme chocolademelkprijs is voor jou!

Oefenvragen

Zijn er nog vragen?