Evenementenmanagement les 1.3.9 MEP/MR

LES 9 KEUZEDEEL EVENEMENTENMANAGEMENT
(EVEN)
Periode 3
Marty Bosman
Mediaproducer / Mediaredactiemedewerker
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EvenementenmanagementMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

LES 9 KEUZEDEEL EVENEMENTENMANAGEMENT
(EVEN)
Periode 3
Marty Bosman
Mediaproducer / Mediaredactiemedewerker

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

PROGRAMMA VOOR VANDAAG
Een CASUS waarin we alles gaan toepassen wat we tot nu toe zijn tegengekomen in het werkveld, op locaties, bij gastlessen en in de reguliere lessen.
We werken in kleine groepjes, in korte sessies
We gaan op zoek naar creatieve oplossingen, maar volgens een bepaalde methode; design thinking

(deze foto is voor altijd)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning vandaag
  • 10.00 Introductie casus
  • 10.10 Fase 1 (Empathize)
  • 10.40 Fase 2 (Define)
  • Pauze 11.00 - 11.15 uur
  • 11.15 afronden Fase 2
  • 11.25 Fase 3 (Ideate)
  • 11.55 Fase 4 (Prototype)
  • Pauze: 10 minuten 
  • 12.35 Fase 5 (Test)
  • 13.05 Afsluiting


 

 

 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN 
Na de les van vandaag kun je uitleggen wat de onderdelen uit de kerntaken voor het examen zijn

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm
Werkvorm: workshop Design Thinking voor Evenementenmanagers  

De focus op evenementenmanagement vanuit het Kwalificatiedossier; 

  • het maken van een draaiboek,  
  • het werven en informeren van vrijwilligers en medewerkers, 
  • het regelen en coördineren van de logistiek,  
  • het inrichten van ruimtes en installatie van materialen,  
  • het regelen en coördineren van de catering en  
  • de ondersteuning bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid. 

Slide 5 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Wat is design thinking?

Design Thinking processen bestaan uit vijf activiteiten, namelijk: 
  • Heb Empathie: zorg ervoor dat je manier van denken van alle betrokkenen kent. 
  • Maak een (nieuwe) definitie van het probleem: formuleer het probleem waarvoor je een oplossing ontwerpt op een manier waarin de mens centraal staat. 
  • Genereer ideeën: bedenk en verzamel zo veel mogelijk ideeën en kies vervolgens de beste(n). 
  • Maak een prototype: ga aan de slag en creëer zo snel mogelijk een 'werkende versie' van jouw oplossing. 
  • Test de oplossing: test de door jou ontwikkelde oplossing bij de doelgroep en verwerk de feedback die daaruit voortkomt. 
  • Pas het toe (maar dat doen wij vandaag niet)

Slide 6 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Waarom doen we dit? 

Design Thinking is een iteratieve (herhalende), flexibele, mensgerichte ontwerpmethode waar samenwerking tussen projectteam en alle stakeholders centraal staat. 

Oplossingen die hieruit voortkomen zijn vaak SUPER klantgericht. En in jullie geval, SUPER opdrachtgever gericht.

Slide 7 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Wat gaan jullie doen als eventmanager? 

Jullie gaan oplossingen bedenken voor een van de drie casussen, en nemen daarbij de verschillende aspecten van evenementenmanagement mee: 

  • Het draaiboek opstellen 
  • Het werven en informeren van vrijwilligers en medewerkers 
  • Het regelen en coördineren van de logistiek 
  • Het inrichten van ruimtes en installatie van materialen 
  • Het regelen van catering 
  • Het ondersteunen van het veiligheidsbeleid 

Slide 8 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
De teamindeling



Timo, Maud, Jamie D, Enzo 
Darius, Josh, Luca, Zoë, May, Sarah Jane 
Chris, Jamie N., Lars, Huub 
Ray, Jan, Lotfi, Jahnicha, Lynn, Noa 
Yara, Danique, Rosa, Tika, Lesedi 

Slide 9 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
De drie casussen


  1. Casus Club Echo. Waarom opende de rave bunker in Zuidoost nooit haar deuren? Kan dit worden opgelost?
  2. Casus Minecraft in de bioscopen. Minecraft-films in de bioscopen leiden tot overlast. Is het mogelijk dit op te lossen?
  3. Casus ADE naar Mediacollege Amsterdam. Is het mogelijk om ADE naar MA te krijgen? 
Kies nu met je team jullie casus! Hier krijg je 1 minuut voor... (Google wat het is!)

Slide 10 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 1. Empathize


De eerste fase van de Design Thinking Methode is de empathie fase. Dit houdt in dat je empathie ontwikkelt voor alle betrokkenen bij een complex probleem. 

Het doel van deze fase is om aannames en vooroordelen achter je te laten, en door middel van empathie de basis te leggen voor een oplossing die de mens centraal stelt.  

Empathie is onmisbaar bij design thinking.  

Doel: Het begrijpen van de belangrijkste uitdagingen en behoeften van alle stakeholders (alle betrokkenen bij het evenement). 

Slide 11 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Aan de slag!


Het is belangrijk om in deze fase zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Doe interviews, doe onderzoek, doe enquetes, vraag rond, stel vragen! 

Met deze informatie kun je een zo goed mogelijk beeld te schetsen van menselijke behoeftes. 

Verzamel dus informatie over de doelgroep van jullie gekozen casus. 

In kleine groepjes interviewen jullie elkaar (of anderen) over wat er volgens jullie nodig is voor het organiseren van een dergelijk evenement. 

Be creative and go! 

Slide 12 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Leef je in


Maak verschillende persoonlijke profielen van je doelgroep, oftewel een stereotype uit die doelgroep en werk die helemaal uit. Wie is het? Hoe heet deze persoon? Waar houdt deze van? Maak een soort ‘barbie’ type met hobbies of een starter kit. Teken, beschrijf, knip, plak. Maak het visueel in een moodboard of een tekening.  Wie is de doelgroep? En hoe staan ze in verhouding tot het evenement dat bij jou hoort?
Leef je in hun leven in. Waar houden ze van? Wat denken ze? Voelen ze? Waar leven ze? Maak een levend type met een naam, een woonplaats, hobby's, alles erop en eraan.

Slide 13 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 2: Define


Tijdens deze fase ga je aan de slag met de informatie uit de “empathie fase”. Je analyseert alle beschikbare info met als doel een kernprobleem te definiëren. Waar de empathie fase dus voornamelijk op het verzamelen van zoveel mogelijk informatie ligt, brengen we alle informatie in de definitie fase samen. Het kernprobleem wordt vanuit de mens (in de doelgroep) geformuleerd. 

Doel: Het formuleren van een duidelijk probleemstatement vanuit het perspectief van de doelgroep, door de ogen van de evenementenmanager. 

Jullie formuleren het probleem overnieuw maar dan vanuit ‘de mens’. Je doet dit vanuit de rol als evenementenmanager en moet de aandacht vestigen op de belangrijkste operationele aspecten die jij in je vak tegenkomt.  

Resultaat: Een helder en beknopt probleemstatement, gezien vanuit evenementenmanagement. De definitie van het kernprobleem. 

Slide 14 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 2: Define


Jullie formuleren het probleem overnieuw maar dan vanuit ‘de mens’. Je doet dit vanuit de rol als evenementenmanager en moet de aandacht vestigen op de belangrijkste operationele aspecten die jij in je vak tegenkomt.  
Resultaat: Een helder en beknopt probleemstatement, gezien vanuit evenementenmanagement. De definitie van het kernprobleem van een mens uit jullie doelgroep.

Slide 15 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 3: Ideate


De derde fase is de ideeën fase. Het doel van deze fase is om zo veel mogelijk oplossingen voor het kernprobleem te genereren. Nu je alle betrokkenen goed begrijpt (empathie fase) en een kernprobleem hebt gedefinieerd (definitie fase) ga je proberen outside-the-box oplossingen te bedenken. Dit doen we door middel van een brainstorm. Een andere dan normaal...

 

Doel: Het bedenken van creatieve en haalbare oplossingen voor het evenement, met nadruk op de praktische uitvoering. 

Slide 16 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
635 brainstorm


We doen dit met een nieuwe techniek, de ‘635 brainstorming’ techniek. Dit heeft als doel om 108 ideeën te genereren in 18 minuten. Het is een gestructureerde brainstorm en gaat als volgt: 

  • Zes deelnemers / de teamleden zitten aan een tafel; 
  • Elke deelnemer krijgt een vel papier met het op te lossen ontwerpvraagstuk bovenaan het papier en 18 vakjes;
  • Je krijgt allemaal drie minuten om drie ideeën (in de bovenste drie vakjes) te genereren (tekenen of schrijven);
  • Geef je vel papier door aan de persoon links van jou; 
  • Iedere deelnemer bedenk nog drie ideeën en probeert de voorgaande ideeën hierin te verwerken, als dat het idee beter maakt; 
  • Dit doen we tot de vellen vol zijn of de ideeën op. 

Slide 17 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Focus van de brainstorm



  • Draaiboek (wat moet er allemaal worden ingepland, en welke prioriteiten moeten er gesteld worden?) 
  • Werven van vrijwilligers en medewerkers (hoe zorg je ervoor dat je voldoende personeel hebt)
  • Logistiek (Hoe regel je de transport en plaatsing van materialen, en hoe zorg je ervoor dat alles er op tijd is)
  • Inrichting van de ruimte en installatie van materialen (Wat is de beste manier om de ruimte in te richten? Welke materialen moeten er worden geïnstalleerd?) 
  • Catering (Wat voor eten en drinken moeten er beschikbaar zijn? Hoe organiseer je dit voor een groot aantal mensen? Of juist een klein aantal?) 
  • Veiligheid (Hoe pas je het veiligheidsbeleid toe en zorg je voor een veilige omgeving voor bezoekers en medewerkers?) 

Slide 18 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Resultaat



We willen zo veel mogelijk potentiële oplossingen genereren voordat je een definitieve oplossing selecteert. Het resultaat van deze fase uit de Design Thinking Methode is een oplossingsrichting voor je kernprobleem.  

Resultaat: Een lijst van concrete ideeën en oplossingen voor de bovengenoemde gebieden, die vervolgens verder uitgewerkt zullen worden. 

Slide 19 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 4: Prototype



Doel: We ontwikkelen een concreet plan voor het evenement, met focus op praktische uitvoerbaarheid. 

Dot-voting 
Jullie kiezen uit de lijst met ideeën de het meest veelbelovende idee uit en jullie werken dit verder uit in een eenvoudig prototype. Jullie kiezen het idee uit door erop te stemmen door met stickertjes te werken; dot-voting. 

Slide 20 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Prototype



Een prototype is een proefexemplaar van jullie plan. Jullie stellen een eerste versie van het draaiboek op, ontwerpen een wervingsplan voor personeel, maken een logistiek plan, plattegrond voor de ruimte en materialen, en tekenen een indeling van de ruimte op een plattegrond. Maak ook een moodboard om dingen te visualiseren. 


Slide 21 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Het resultaat (1)



Draaiboek: Maak een tijdlijn met belangrijke activiteiten en deadlines, van de opbouw tot het afbreken van het evenement én een grove planning voor de dag zelf. 
Wervingsplan: Stel een plan op voor het aantrekken van personeel en vrijwilligers (aantal, taken, communicatiemiddelen). Hoeveel mensen zijn er nodig? Wanneer?  
Logistieke checklist: Maak een lijst van de benodigde materialen en hun plaatsing in de ruimte. Hou ook rekening met decoratie en toegangswegen. Zet dit op een plattegrond. 

Slide 22 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Het resultaat (2)



Veiligheidsplan: Hoe worden bezoekers geïnformeerd over veiligheidsmaatregelen, en wie is verantwoordelijk voor wat tijdens het evenement? Wat mag er en wat niet Hoe kom je daarachter? Wie gaat er handhaven?  
Catering: waar gaan we wat doen? Is er een thema? Eisen en wensen? Wat komt waar te staan? 
Hoe ziet het event eruit? Maak een (storyboard en/of) moodboard om dit toe te lichten.  

Slide 23 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 5: Test



Doel: Presentatie van het plan en feedback van de groep. 

Jullie pitchen je prototype aan de rest van de groep. Je doet dit in een pitch van maximaal 3 minuten. Je legt uit wat het nieuwe concept is en hoe dit voldoet aan de vraag van de doelgroep (wat is het nieuwe kernprobleem?).  

Vertel hoe het evenement eruitziet, wat het programma is, wat de planning is voor de dag, welke logistieke keuzes er zijn gemaakt, wat voor catering er is, hoe de inrichting geregeld is, hoe de veiligheid is geregeld en hoe de medewerkers zijn geregeld. 

Na elke presentatie krijgen de studenten feedback van de teams en van de docent. Focus hierbij is of het de doelgroep aanspreekt.  

Indien nodig worden de concepten aangepast op basis van de feedback. 

Resultaat: de plannen zijn gepresenteerd en verfijnd, met de mogelijkheid om deze ideeën verder te verbeteren voor de uitvoering. 

 

Slide 24 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Fase 5: Test



Vertel hoe het evenement eruitziet, wat het programma is, wat de planning is voor de dag, welke logistieke keuzes er zijn gemaakt, wat voor catering er is, hoe de inrichting geregeld is, hoe de veiligheid is geregeld en hoe de medewerkers zijn geregeld. 
Na elke presentatie krijgen de studenten feedback van de teams en van de docent. Focus hierbij is of het de doelgroep aanspreekt.  

Indien nodig worden de concepten aangepast op basis van de feedback. 

Resultaat: de plannen zijn gepresenteerd en verfijnd, met de mogelijkheid om deze ideeën verder te verbeteren voor de uitvoering. 

 

Slide 25 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
Afsluiting



Doel: Reflecteren op het proces en de geleerde lessen. 

Welke onderdelen van het evenementenmanagement vonden jullie het meest uitdagend? (draaiboek, veiligheid, catering, logistiek, personeel of inrichting van de ruimte) en waarom? 

Dit bespreken we met elkaar

Slide 26 - Slide

Wat voor soort personeel is er? (vrijwilligers en betaald)
Wat voorten mensen heb je nodig? (verschillende taken, verschillende momenten, verschillende verantwoordelijkheden, verschillende niveaus)
Als eerst in kaart brengen, hoe doe je dat?
Wanneer gebruik je vaste mensen en wanneer gebruik je tijdelijk personeel?
Waarom gebruik je vrijwilligers?
Hoe weet je wanneer je ze in moet zetten? 
Hoe weet je wanneer je mensen hun uren werken? 
Maak een personeelsplanning. Hoe maak je dat? 
Hoeveel mensen heb je per uur nodig? (je personeelsbehoefte)
Maak een pool
VOLGENDE WEEK:
Eindweek! Geen les!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions