Mijn proefles


Hersenglioom in combinatie met een epileptisch insult
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Hersenglioom in combinatie met een epileptisch insult

Slide 1 - Slide

Inhoud van de presentatie

Algemene informatie ziektebeelden
Casus
Stappen met inhoud

Slide 2 - Slide

Algemene informatie over hersenglioom


Slide 3 - Slide

Wat kunnen klachten zijn als er een glioom in het frontaalkwab zit?
A
Balans en coördinatie
B
Spraak en lezen
C
Geheugen en persoonlijkheid
D
Ademhaling en bloeddruk

Slide 4 - Quiz

Wat kunnen klachten zijn als er een glioom in het temporaalkwab zit?
A
Spraak en emoties
B
Recht en links van elkaar onderscheiden
C
Fijne motoriek
D
Oordelen en beslissingen nemen

Slide 5 - Quiz

Waar zit het parietaalkwab?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Waar zit het occipitaalkwab?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Hersenstam & kleine hersenen

Ademhaling, bloeddruk, hartslag, bewustzijn en slikken.

Ook wel cerebellum genoemd; balans, coördinatie, fijne motoriek.
Cijfers

Bij 80% zit het glioom in het cerebrum.

Hoeveel mensen krijgen een insult?

Slide 8 - Slide

Algemene informatie over epilepsie

Verschijnselen


Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid.
Bewustzijns verlies/ spierkrampen. 
Absences.

Slide 9 - Slide

Algemene informatie over epilepsie

Oorzaak





- Informatieoverdracht verloopt niet goed
- Zuurstofgebrek bij geboorte
- Hersenvliesontsteking
- Ongeval
- Beroerte
- Hersentumor
- Bij bepaalde vormen triggers

Slide 10 - Slide

Algemene informatie over epilepsie

Behandeling


- Medicatie
- Combinatie van medicijnen

Slide 11 - Slide

Algemene informatie over epilepsie

Status epilepticus

Als een aanval meer dan 5 minuten duurt.
Medicatie via zetpil, klysma, neusspray, druppels in de wang.
Clonazepam als injectie of infuus in een ader

Slide 12 - Slide

Casus
Mevrouw van Dam is 75 jaar oud en heeft een blanco voorgeschiedenis. Ze is getrouwd, woont samen haar man en ze heeft 3 uitwondende kinderen. Ze heeft zelf gekozen voor een niet-reanimeren beleid, omdat ze palliatief is.

Mevrouw heeft 2 weken geleden te horen gekregen dat ze een onbehandelbare hersentumor heeft. Sinds de laatste weken heeft mevrouw toenemend last van hoofdpijn, ze reageert traag, vergeet alles en kan geen 2 dingen meer tegelijk. Uit het neurologisch onderzoek kwam dat ze traag is in denken en handelen, makkelijke cognitieve tests kon mevrouw niet goed uitvoeren en ze heeft geen focale uitvalsverschijnselen.

Mentaal gaat het niet goed. Sinds dat mevrouw weet dat ze een hersentumor heeft, heeft ze het gevoel dat ze nog van alles moet. Genieten en leuke dingen met haar man, kinderen en kleinkinderen. Ondertussen is haar leven een tikkende tijdbom; ze wordt steeds moedelozer en somberder.


Slide 13 - Slide

Casus
Mevrouw is opgenomen op afdeling neurologie voor observatie. Ze krijg een epileptisch insult (tonisch clonische aanval). Ze loopt blauw aan, haar hele lichaam schokt en ze bijt op haar tong. Na het insult opent mevrouw haar ogen bij aanspreken. Ze is wat verward, maar ze praat wel en ze kan eenvoudige opdrachten uitvoeren.

Vitale functies zijn:
Bloeddruk: 125/82
Pols: 89, regelmatig 
Temperatuur: 36,6
Reactiepatroon: alert maar vertraagd op aanspraak
Saturatie: 97%
Ademhaling: 9
Diurese: onbekend
Ontlasting: gisteren
Ongerust: ja 









Slide 14 - Slide

Stap 1: orientatie op de situatie
Parameters

Bloeddruk: 125/82
Pols: 89, regelmatig
Temp: 36.6
Reactiepatroon: alert, maar vertraagd
Sat: 97%
AH: 9
Diurese: onbekend
Ontlasting: gisteren
Ongerust: ja

Slide 15 - Slide

Stap 1: orientatie op de situatie
SBAR (1)

S: ik bel over mw. Van Dam, afdeling neurologie kamer 18. Ik bel omdat zij een insult heeft. Voelde het dan ook niet aankomen. Ze is buiten bewustzijn, schokt door haar hele lichaam, trekt grimassen en bijt op haar tong. Ook trekt ze blauw weg.
mw. Is opgenomen ter observatie voor 3 dagen nadat ze uitslagen kreeg dat ze een onbehandelbare hersentumor heeft. Vitale functies zijn:
- RR: 125/ 82
- P: 89, regelmatig
- Temp: 36.6
- Sat: 88%
- AH: 9
- Graag nu langskomen ter observatie en beoordeling.
B: mw. Heeft geen voorgeschiedenis dan dat ze nu sinds 2 weken gediagnostiseerd is met glioom zonder metastasen in de rest van het lichaam.
A: mw. Heeft op dit moment een insult, het is nu 3 minuten gaande en zakt nog niet af. AVPU = U, geen reactie.


Slide 16 - Slide

Stap 1: orientatie op de situatie 
SBAR (2)

R(ecommendation:)
Binnen hoelang moet de arts komen?
Moet hij nog wat meenemen?
Moet er medicatie voorgeschreven worden?
Aanvullende scans aangevraagd?

Slide 17 - Slide

Stap 2: klinische probleemstelling
ABCDE en zorgthema's (1)

Stabilisering van vit. functies:
Airway:
Breathing:
Circulation:
Kijk goed wat er gebeurt met de patiënt.

Slide 18 - Slide

Stap 2: klinische probleemstelling
ABCDE en zorgthema's (2)
Disabilty:

Zorgthema 1: Neurologische functies:
- Zintuigelijke input
- Hogere cerebrale functies
- Motorische output

Zorgthema 2: Mentale functies:
- Algemene functies
- Specifieke functies





Slide 19 - Slide

Stap 2: klinische probleemstelling 
ABCDE en zorgthema's (3)

Exposure:

Zorgthema 3: welbevinden (na insult)
Biopsychosociaal: SCEGS
Copingsmechanisme


Slide 20 - Slide

Stap 2: klnische probleemstelling
ABCDE en zorgthema's (4)

P: mw. van Dam heeft een tonisch clonisch insult
E: mw. Van Dam heeft een onbehandelbaar hersenglioom
S: samentrekken van spieren, bewustzijnsverlies, loopt blauw aan, schokkend lichaam, bijten op haar tong.

Slide 21 - Slide

Stap 3: aanvullend klinisch onderzoek

Slide 22 - Slide

Wat zou je sowieso doen bij 'Stap 3: aanvullend klinisch onderzoek?'
A
Niks, mw. is uitbehandeld
B
Scans om de ernst te bepalen, chemomed.
C
Pijnscore en EMV, evt. DOS
D
Opereren als dit mogelijk is.

Slide 23 - Quiz

Stap 3: aanvullend klinisch onderzoek

DOS
NRS/ VAS
EMV

Slide 24 - Slide

Stap 4: klinisch beleid

Slide 25 - Slide

Welke discipline(s) zou je bij
Mw. Van Dam willen inschakelen?

Slide 26 - Mind map

Stap 4: klinisch beleid
- Medisch psycholoog

- Medisch maatschappelijk werker

- Palliatieverpleegkundige

Slide 27 - Slide

Wat zijn verpleegkundige aandachtspunten tijdens een insult?

Slide 28 - Open question

Noem verpleegkundige aandachtspunten bij ziektebeeld hersentumor:

Slide 29 - Open question

Stap 5: klinisch verloop
Gunstig/ ongunstig op de lange- en korte termijn.

Slide 30 - Slide

Stap 6: nabeschouwing
Noem een ethisch dilemma dat hierin kan voorkomen.

Slide 31 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 32 - Slide