verleden tijd en voltooide tijd werkwoorden

Verleden tijd en voltooide tijd
 werkwoorden
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verleden tijd en voltooide tijd
 werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Werk in tweetallen
Schrijf op:
-enkelvoud verleden tijd
-meervoud verleden tijd
-voltooid deelwoord
Van deze werkwoorden:
-pakken
-leggen
-doden
-hopen
-kussen
-leven
-vrezen

Slide 22 - Slide

Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten

Slide 23 - Quiz

vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten

Slide 24 - Quiz

vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde

Slide 25 - Quiz

vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte

Slide 26 - Quiz

vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde

Slide 27 - Quiz

Onregelmatige werkwoorden
Beginnen-begon- ik ben begonnen
Drinken-dronk-Ik heb gedronken
Denken-dacht-Ik heb gedacht
Brengen-bracht-Ik heb gebracht
Vallen-viel-Ik ben gevallen
Eten-at-gegeten
Rijden-reed-gereden

Slide 28 - Slide

Ik ben ..........(schrikken)

Slide 29 - Open question

Ik .......(drinken, verleden tijd) mijn cola op.

Slide 30 - Open question

Mijn moeder ......(dwingen verleden tijd) mij om mijn eten op te eten.

Slide 31 - Open question

Disk thema Film
  • Bronnen 1 + 3 maken

Slide 32 - Slide

Disk grammatica
  • het werkwoord 2.15 t/m 2.21

Slide 33 - Slide

De taalschool
Blz. 24 t/m 36

Slide 34 - Slide