K2 Ne les 2

Welkom klas K2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas K2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
1 groepscode voor online lesmateriaal invoeren.
2 terugblik les 1: Wat weet jij nog van nauwkeurig lezen?
3 bespreken en maken:  les 2 opdracht 1 t/m 9
4 huiswerk controle: Laat de antwoorden van les 1 
   opdracht 1t/m10 zien. Heb je vragen?

Slide 2 - Slide

nauwkeurig lezen

Slide 3 - Slide

Vul de zin aan. Een tekst nauwkeurig lezen betekent dat je ...

Slide 4 - Open question

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
En geeft dus een opsomming aan. 

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden geven dus een seintje over de soorten verbanden in een tekst. 
Bijv. Bij de ijssalon:



tijd: Voordat ik naar huis ga, fiets ik even langs de ijssalon.
opsomming: Ik wil graag een bolletje sinaasappel en een bolletje hazelnoot .
tegenstelling: Nee meneer, ik wil geen citroen maar hazelnootijs!
oorzaak: Ik ben nu boos omdat ik het verkeerde bolletje ijs heb gekregen.


Slide 6 - Slide

Welk verband geeft het signaalwoord ook aan?
A
tijd
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak en gevolg

Slide 7 - Quiz

Welk verband geeft het signaalwoord alhoewel aan?
A
tijd
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak en gevolg

Slide 8 - Quiz

Welk verband geeft het signaalwoord eerst aan?
A
tijd
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak en gevolg

Slide 9 - Quiz

 Les 2: Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 10 - Slide

Hoe vind je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
Onderwerp: 
Antwoord op: Waar gaat de tekst over?
één of een paar woorden
Waar? in de titel of ondertitel
Hoofdgedachte: 
Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
hele korte samenvatting van de tekst. max. één zin
Waar? Vaak in de inleiding of het slot. Niet altijd letterlijk.

Slide 11 - Slide