Hoofdstuk 5.3 - spelling Engelse werkwoorden

Welkom!
In deze les:
- Stillezen
-  Spelling werkwoorden 5.3
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
In deze les:
- Stillezen
-  Spelling werkwoorden 5.3

Slide 1 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen tot de zomervakantie?
Hoofdstuk 5 en 6: 
Spelling, lezen, woorden, schrijven

Week 24 - toets H5 en H5 (nu week 19)
Week 26 - groot SO werkwoordsspelling

Slide 3 - Slide

Vandaag: spelling Engelse Werkwoorden

5.3 - Pagina 231 van je boek 
Opdracht 1 t/m 5

Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden:

  • Werken eigenlijk hetzelfde als zwakke     Nederlandse werkwoorden:
  • Stam = hele werkwoord - (e)n
     VT = stam + de(n)/te(n)

  • Soms wordt de stam aangepast: crossen = cros, volleyballen = volleybal, promoten = promoot
Hangt af van het grondwoord in het Engels

Slide 5 - Slide

Mijn vader.... (rugbyen t.t.) met zijn vrienden
A
Rugbyt
B
Rugbyd
C
Rugbyde
D
Rugbyet

Slide 6 - Quiz

Heeft jouw broer weleens.... ? (carpoolen)
A
carpoolen
B
gecarpoolt
C
gecarpoold
D
carpool

Slide 7 - Quiz

Wij .... (racen v.t.) met een mountainbike door het bos
A
racen
B
raceten
C
raceden
D
racten

Slide 8 - Quiz

Ik .... (skaten t.t.) liever over fietspaden
A
skate
B
skat
C
skatete
D
skaat

Slide 9 - Quiz

Het fietsen wordt op de vakantiebeurs ..... (promoten)
A
promoot
B
gepromote
C
gepromoot
D
gepromood

Slide 10 - Quiz

Aan de slag:

Wat: opdracht 2 t/m 5
Waar: 5.3 vanaf pagina 231
Wanneer: nu in de les, donderdag is het af (voor de les)

Slide 11 - Slide