4.2 D Formules

4.2 D Formules
Maak 26 en 31

vierkant: 16, 17, 18, 21, 22, 23 + nakijken
cirkel: 17, 18, 19, 22, 23, 24 + nakijken
ster: 18, 19, 20, 23, 24, 25 + nakijken 
timer
5:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.2 D Formules
Maak 26 en 31

vierkant: 16, 17, 18, 21, 22, 23 + nakijken
cirkel: 17, 18, 19, 22, 23, 24 + nakijken
ster: 18, 19, 20, 23, 24, 25 + nakijken 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Formule
  • Door de stippengrafiek over de gemiddelde lengte van een  19-jarige kun je een rechte lijn trekken.
  • Niet alle stippen liggen precies op de lijn.

Slide 2 - Slide

Formule
  • Bij de rechte lijn is een lineaire formule gemaakt.
  • Die formule is:
  • lengte (mm) = 1630 + 1,25t.
  • Hierin is t de tijd in jaren na 1900. 

Slide 3 - Slide

Formule
  • Natuurlijk klopt die formule niet precies met de werkelijkheid,
  • maar hij is goed te gebruiken.
  • Zo is het met de meeste formules in de praktijk. 

Slide 4 - Slide

Formule
  • Formules worden gebruikt om voorspellingen te doen.
  • Met dat voorspellen moet je wel voorzichtig zijn.
  • Misschien heeft de formule alleen maar betekenis voor een bepaalde periode of hebben tussenliggende waarden geen betekenis. 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Om de lengte van een 19-jarige uit te rekenen kun je een formule gebruiken. lengte (mm) =1630 + 1,25t
Hierin is t de tijd in jaren na 1900.
Hoeveel meter is volgens de formule de lengte van een 19-jarige in 2050? Rond af op twee decimalen. Geef commentaar bij je antwoord.

Slide 6 - Slide

Assenstelsels en tijd
  • Een grafiek teken je in een assenstelsel.
  • Een assenstelsel heeft een horizontale as en een verticale as.
  • Bij de assen staan variabelen en eenheden. 

Slide 7 - Slide

Assenstelsels en tijd
  • In het assenstelsel hiernaast is de horizontale as naar links doorgetrokken
  • Daar staan negatieve getallen bij.
  • Dat betekent dat je terug gaat in de tijd. 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
a. Welke datum hoort bij t = 4?

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
b. Welke datum hoort bij t = -2?

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
c. Bereken de voorraad op 2 augustus.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
d. Bij de aankoop had de eigenaar 17 kg hondenvoer gekocht. Op welke datum was dat?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan het werk...
vierkant: 27, 28, 29, 32, 33, 34, 35, 36, 37 + nakijken
cirkel:  28, 29, 34, 35, 36, 37, 38 + nakijken
ster: 30, 36, 37, 38, 39, 40 + nakijken

Slide 15 - Slide

Huiswerk
vierkant: 27, 28, 29, 32, 33, 34, 35, 36, 37 + nakijken
cirkel:  28, 29, 34, 35, 36, 37, 38 + nakijken
ster: 30, 36, 37, 38, 39, 40 + nakijken
SE H1 29 november
SE H4 6 december
SE H5 20 december

Slide 16 - Slide