Oefenen grammatica zinsdelen

Oefenen grammatica zinsdelen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenen grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Zet in de zin streepjes tussen de zinsdelen.

Onze leraar Nederlands schijnt nog steeds snipverkouden te zijn.

Slide 2 - Open question

Zet in de zin streepjes tussen de zinsdelen.

Vanwege rookschade blijft de sportschool de komende week dicht.

Slide 3 - Open question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
wwg
ond
mv
lv
Onderweg
heeft
zij
een high-five
haar zus
gegeven.

Slide 4 - Drag question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
wwg
ond
mv
lv
Aan wie
zal
de president
de medaille
straks
geven?

Slide 5 - Drag question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
pv
ond
lv
mv
bwb
 Haal
de boodschappen
vanmiddag
op
voor 5 uur.

Slide 6 - Drag question

Het naamwoordelijk gezegde geeft aan wat het onderwerp.....

A
is
B
doet

Slide 7 - Quiz

Het werkwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde bevat altijd een koppelwerkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Is het een koppelwerkwoord of niet?
Koppelwerkwoord
Geen koppelwerkwoord

Zijn

Blijven

Hebben

Kijken

Schijnen

Herhalen


Worden

Blijken

Schrijven

Gaan

Nemen

Lijken

Slide 9 - Drag question

Noteer het naamwoordelijk gezegde. Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken.

Onze leraar Nederlands schijnt nog steeds snipverkouden te zijn.

Slide 10 - Open question

Noteer het naamwoordelijk gezegde. Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken.

Vanwege rookschade blijft de sportschool de komende week dicht.

Slide 11 - Open question

Noteer van de zin het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde. Zet het nw.deel tussen vierkante haken.

Ondanks de agressieve houding van de arrestant bleef de agent heel rustig.

Slide 12 - Open question

Noteer van de zin het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde. Zet het nw.deel tussen vierkante haken.

De opkomst bij de verkiezingen blijkt dit jaar minder hoog te zijn..

Slide 13 - Open question

In een zin met een naamwoordelijk gezegde zit .......... een lijdend voorwerp.
A
soms
B
nooit
C
altijd

Slide 14 - Quiz

In een ...... staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 15 - Quiz

In een ......... staat de persoonsvorm vaak achter in de zin.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 16 - Quiz

Op het terras was een ober bezig met het afnemen van de natgeregende tafeltjes
A
Deze zin is enkelvoudig.
B
Deze zin is samengesteld.

Slide 17 - Quiz

Ik heb me vanochtend verslapen, maar gelukkig was ik nog op tijd op school.
A
Deze zin is enkelvoudig.
B
Deze zin is samengesteld.

Slide 18 - Quiz

Wat is het eerste en laatste woord van de bijzin?

De CEO vertelde aan de ondernemingsraad dat het bedrijf er prima voor stond.
A
De - vertelde
B
dat - stond
C
aan - stond
D
De - ondernemingsraad

Slide 19 - Quiz

Wat is het eerste en laatste woord van de bijzin?

Als het 's winters vriest, hangen wij altijd vetbollen in de tuin voor de vogels.
A
Als - vetbollen
B
hangen - vogels
C
hangen - vetbollen
D
Als - vriest

Slide 20 - Quiz

Ik stop hier even, want ik wil mijn regenbroek aantrekken, omdat de lucht erg donker wordt.
A
bijzin-hoofdzin
B
bijzin-hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-bijzin
D
hoofdzin-hoofdzin-bijzin

Slide 21 - Quiz

Toen we tussen de gordijn door gluurden, zagen we dat de zaal al bijna vol zat.
A
bijzin-hoofdzin
B
bijzin-hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-bijzin
D
hoofdzin-hoofdzin-bijzin

Slide 22 - Quiz

Het gaat de komende dagen vriezen, doordat de wind naar het oosten draait.
A
bijzin-hoofdzin
B
bijzin-hoofdzin-bijzin
C
hoofdzin-bijzin
D
hoofdzin-hoofdzin-bijzin

Slide 23 - Quiz

Ik ben klaar voor de toets!
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll