This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deze les:
- lees blz. 70, 71 en 72 over licht en schaduw
-maken opg. 1,2,3,4,5,6,7 en 8 op blz.73+74
Slide 1 - Slide
Lichtstralen
Slide 2 - Slide
Natuurlijke lichtbronnen
de zon
vuur, bliksem
sterren
Slide 3 - Slide
natuurlijke lichtbronnen:
zon
ster
vuur
bliksem
kunstmatige lichtbronnen:
lamp
kaars
zaklamp
tl-buis
led-lamp
Slide 4 - Slide
Lichtstralendiffuus
Slide 5 - Slide
Lichtstralen teruggekaatst
Slide 6 - Slide
Voorwerpen zien
Slide 7 - Slide
Voorwerpen zien
Voorwerpen die zelf geen licht geven kun je zien als er licht op valt, het licht wordt diffuus teruggekaatst (in alle richtingen) De maan zie je door het zonlicht dat op de maan valt
Slide 8 - Slide
Een andere naam voor lichtstraal is...?
A
Straling
B
Licht bundel
C
Energie
D
Lichtbron
Slide 9 - Quiz
Hiernaast zie je een prisma waar licht op schijnt. Hierdoor ontstaat een regenboog. Welke volgorde is juist?
A
geel - rood - blauw
B
oranje - groen - violet
C
oranje - geel - rood - blauw - groen - violet
D
rood - oranje - geel - groen - blauw - violet
Slide 10 - Quiz
Lichtstralen lopen in...?
A
rechte lijnen
B
kromme lijnen
C
in 1 richting
Slide 11 - Quiz
Als we het over licht hebben noemen we de zon een ..
A
Warmtebron
B
Lichtbron
C
Diffuus teruggekaatst
D
Schaduw
Slide 12 - Quiz
welke voorwerpen kun je zien?
A
alleen voorwerpen die zelf licht geven
B
alleen voorwerpen die licht weerkaatsen
C
voorwerpen die licht geven of licht weerkaatsen
D
je kunt altijd alle voorwerpen zien
Slide 13 - Quiz
Welke bewering over de invallende lichtstraal is waar? De invallende lichtstraal:
A
begint bij de spiegel.
B
eindigt op de spiegel.
C
staat loodrecht op de normaal.
D
staat loodrecht op de spiegel.
Slide 14 - Quiz
H2.1 LICHT EN SCHADUW
Slide 15 - Slide
Een schaduw is dus eigenlijk?
A
Een object die aanwezig is
B
Een plek waar geen ligt op valt
C
Een plek waar ligt op valt
D
Gewoon een donkere plek
Slide 16 - Quiz
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
In halfschaduw komt meer licht dan in kernschaduw
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
in welke schaduw komt geen licht?
A
een kernschaduw
B
een kernschaduw en een halfschaduw
C
een halfschaduw
D
geen van de bovenstaande
Slide 19 - Quiz
Welke gedeelte van de tekening is een halfschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C
Slide 20 - Quiz
Hoe heet het donkere gedeelte van de schaduw?
A
Kernschaduw
B
Halfschaduw
Slide 21 - Quiz
In de foto zie je de schaduw van een hand die door twee lampjes wordt verlicht. Wat voor schaduw is er bij 1 ?
A
Halfschaduw
B
Kernschaduw
Slide 22 - Quiz
Uit een lichtkastje komt een bundel licht. Een balletje wordt in die lichtbundel gehouden. Wat gebeurt er met de schaduw van het balletje als het balletje steeds dichter bij de muur komt?
Slide 23 - Open question
Wat is het verschil tussen kern schaduw en half schaduw?