Voorkennis Voortplanting en Seksualiteit

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Voorkennis ophalen Ontwikkeling en Seksualiteit

Je kunt uitleggen dat bij bevruchting ieder van de ouders de helft van de chromosomen levert.
Je kunt enkele soa's noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.
3 Je kunt drie types bloedvaten noemen met hun kenmerken en hun functies.
4 Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.



Slide 2 - Slide

Opdracht 1
1. Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen / lichaamscellen.
2. Een lichaamscel van een mens bevat 23 / 46 chromosomen.
3. Een geslachtscel van een mens bevat 23 /46 chromosomen.
4. Een bevruchte eicel van een mens bevat 23 / 46 chromosomen.
5. In een lichaamscel komen de chromosomen enkelvoudig / in paren voor.
6. In een geslachtscel komen de chromosomen enkelvoudig / in paren voor.
7. Minder dan de helft / De helft / Meer dan de helft van de chromosomen in een lichaamscel van een meisje zijn afkomstig van de moeder.

Slide 3 - Slide

Opdracht 2
Bij geslachtelijke voortplanting:

1. Versmelt de kern van een mannelijke voortplantingscel met de kern van de eicel / zaadcel.
2. Zijn de erfelijke eigenschappen van de nakomeling anders / gelijk aan die van de ouders.

Slide 4 - Slide

Opdracht 3A
In afbeelding 1 zie je drie typen bloedvaten.

A. Bloedvat 1 is een ader / haarvat / slagader.
B. Bloedvat 2 is een ader / haarvat / slagader. 
C. Bloedvat 3 is een ader / haarvat / slagader.

Slide 5 - Slide

Opdracht 3B
Wat zijn de eigenschappen van de drie bloedvaten?
1. Een ader vervoert bloed naar het hart toe / van het hart af.
2. Een slagader vervoert bloed naar het hart toe / van het hart af
3. Uitwisseling van stoffen tussen het bloed en de cellen gebeurt in de aders / haarvaten / slagaders.

Slide 6 - Slide

Opdracht 4
Een seksuele overdraagbare aandoening (soa) is een ziekte die je alleen kunt krijgen via intiem lichamelijk contact met een besmet persoon. Chlamydia is een soa die wordt veroorzaakt door een bacterie.
A. Hoe heet een ziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie, een schimmel of een virus? Infectieziekte.
B. Wat voor een ziekteverwekker is HIV
- Een bacterie
- Een schimmel
- Een virus

Slide 7 - Slide

Opdracht 4
C. Bacteriën planten zich voort door celdeling / sporen / zaden.
 Bij geslachtelijke / ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een organisme uit tot een nieuw organisme.
Bacteriën planten zich geslachtelijk / ongeslachtelijk voort.

D. Welke twee omstandigheden zijn het meest gunstig voor bacteriën om zich voort te planten?
Donker / Droog / koud / licht / vochtig / warm

Slide 8 - Slide

Opdracht 4
E. Hoe voorkom je dat je een soa oploopt als je seks hebt?

Een soa voorkom je door een condoom te gebruiken.


Slide 9 - Slide

Opdracht 5
Britt is zwanger van haar tweede kind. Kevin is de vader van het kind.
A. Van wie is de erfelijke informatie van het ongeboren kind afkomstig?
a. Vooral van Britt / b. Vooral van kevin / c. van Britt en Kevin evenveel 

B. Welke eigenschappen van het ongeboren kind zijn erfelijk?
Alle eigenschappen zijn erfelijk / Een deel van de eigenschappen zijn erfelijk

C. Zijn de erfelijke eigenschappen van het ongeboren kind precies hetzelfde als die van Britts eerste kind? Ja / Nee

Slide 10 - Slide

Opdracht 6
Welke geslachtskenmerken zijn secundaire geslachtskenmerken?
Baardgroei
Balzak
Borsten
Borsthaar
Lagere stem
Penis
Schaamlippen
Vagina

Slide 11 - Slide