Mavo 4 Periode 1 Herhaling 2

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.

Slide 1 - Slide

Onderwerp(en)

Lenen

Slide 2 - Slide

De kandidaat heeft:

  •  inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus
Eindtermen

Slide 3 - Slide

  1. Onderwerpen en leerdoelen
  2. Uitleg en controle vragen
  3. Zelfstandig aan de slag
  4. Opdrachten bespreken
  5. Quizlet
  6. Evaluatie
Planning

Slide 4 - Slide

  • Theo wilt 7.000 euro betalen en in 36 maanden terugbetalen.
  • Hoeveel gaat hij per maand terugbetalen?
  • 231,18 euro
  • Hoeveel gaat hij in totaal betalen in 3 jaar?
  • 36 x 231,18 = 8.322,48 euro
  • Hoeveel van dit bedrag is rente?
  • 8.322,48 - 7.000 = 1.322,48 euro
  • Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
  • deel : geheel x 100 =
  • 1.322,48 : 7.000 x 100 = 18,89%
Lenen

Slide 5 - Slide

  • Vlak voor het einde van de les kies ik leerlingen die hun opdrachten
    komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).

    Als je niet in het rad van fortuin staat (omdat je uitlogt) krijg je
    ook een uitnodiging om het werk te laten zien!


  • Herhalingsopdrachten 1 t/m 4.
  • Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
  • Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau
    overleggen en vragen stellen.

  • Rood = stil aan het werk
  • Oranje = zachtjes overleggen
  • Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 1

  • A = 209,12
  • B = 48 x 209,12 = 10.037,76 euro
  • C = 8.000 : 48 = 166,67 euro
  • D = 10.037,76 - 8.000 = 2.037,76 euro
  • E = deel : geheel x 100 =
    2.037,76 : 8.000 = 25,472%
  • F = 24 x 375,11 = 9.002,64 euro                 G= De periode waarover rente wordt
    9.002,64 - 8.000 = 1.002,64 euro               berekend is verschillend.
  • H = Je bent sneller aan het aflossen dus er kan minder rente berekend worden.
  • I= Je kan gelijk genieten (van de auto)                      J = Je moet rente betalen
  • K = Dan heeft de bank meer zekerheid dat je terugbetaald                  L = rente

Slide 7 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 2

  • A = 101,65
  • B = 36 x 101,65 = 3.659,40 euro
  • C = 3.659,40 - 3.000 = 659,40 euro
  • D = deel : geheel x 100 =
    659,40 : 3.000 x 100 = 21,98%

Slide 8 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 3

  • A = 534,51
  • B = 12 x 534,51 = 6.414,12 euro
  • C = 6.414,12 - 6.000 = 414,12
  • D = deel : geheel x 100 =
    414,12 : 6.000 x 100 = 6,902%

Slide 9 - Slide

Opdrachten bespreken
Herhalingsopdracht 4

  • A = 190,90
  • B = 24 x 190,90 = 4.581,60 euro
  • C = 4.581,60 - 4.000 = 581,60 euro
  • D = deel : geheel x 100 =
    581,60 : 4.000 x 100 = 14,54%

Slide 10 - Slide

Evaluatie

Slide 11 - Slide

Waar gaat de toets over?
  • Hoofdstuk 1.1 t/m 1.5
  • Opdrachten 1 t/m 49

Hoe kan je leren voor de toets?
  • Bestuderen "Uitleg" documenten op Google Classroom.
  • Bestuderen "LessonUp" via Google Classroom.
  • Proeftoets maken en oefenen.
  • Herhalingsopdrachten maken.
  • Begrippen oefenen met Quizlet.
  • Opdrachten 1 t/m 49 nakijken.
Toets woensdag 11 november!

Slide 12 - Slide