This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Moleculen in beeld
Slide 1 - Slide
deeltjesmodel
Vast (s) Vloeibaar (l) Gas (g)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Fasedriehoek
Slide 6 - Slide
Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen)
vast naar vloeibaar = smelten
vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen
gasvormig naar vloeibaar = condenseren
vast naar gas = vervluchtigen
gas naar vast = rijpen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
Vast (sneeuw en ijs)
Vloeibaar (water)
Gasvormig (waterdamp)
Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.
Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?
A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar