10. Klasse Starke Verben Präsens & Perfekt

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Starke Verben

Na Klar S.  202 + Handbuch 65

Leerdoelen: 

• Je kunt een nieuwsbericht over vakantie verstaan. 
• Je kent de sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd en kunt het voltooid deelwoord maken

De tegenwoordige tijd 

werkwoorden met e/i wissel en Umlaut wissel (ä, ö, ü)

Sterke werkwoorden

sterke werkwoorden -a/-ä:
Du _______ aber sehr lang.

1. schlafst
2. schlaft
3. schläfst

Wanneer treedt er bij de sterke werkwoorden een verandering op?
Bij de ...

1. ich-, du-, er-vorm
2. du-, er-, sie-, es-vorm
3. er- , sie-, es-vorm
4. tweede- en derde- persoon enkelvoud

Man trägt oft Lederhosen auf dem Bierfest in München.

Wer trägt dann die Lederhosen?

Het sterke werkwoord helfen
ziet er bij 'er' als volgt uit:

1. helft
2. hilft
3. hielft
4. helfe

Welke vorm heeft het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord

1. ge + stam + t
2. ge + stam (evt. klankverandering) + en

het sterke werkwoord lesen ziet er bij du als volgt uit:

1. lest
2. liest
3. list
4. lesst

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:

1. e->ie
2. e-> ee
3. e->i

Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert

1. a -> ai
2. a -> au
3. er verandert niets
4. a -> ä

sterke werkwoorden -a/-ä:
Er ______ mit dem Zug.

1. fahrt
2. fahrtet
3. fährt
4. fährst

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden

ge + stam + en

Let op voor de klinkerverandering in de stam!

Het voltooid deelwoord sterke ww

werkwoord	voltooid deelwoord
vergessen	vergessen
sehen	gesehen
geben	gegeben
helfen	geholfen
beginnen	begonnen
schwimmen	geschwommen

vergeten

zien

geven

helpen

beginnen

zwemmen

Übung macht den Meister!

Wieso seid ihr so lang ..... (bleiben)?

1. geblieben
2. gebleiben
3. gebliebt
4. gebleibt

Was hast du ......... (trinken)?

1. getrinken
2. getrunken
3. getranken
4. getrinkt

Wieviel Geld habt ihr in der Lotterie .... (gewinnen)?

1. gewinnt
2. gewannen
3. gewonnen
4. gewinnen

Hast du dir letztes Wochenende frei ..... (nehmen)?

1. genommen
2. genehmt
3. genahmen
4. genehmen

Beheers je de grammatica van de sterke werkwoorden?

Aufgaben!

• Kapitel 5.1, Buch S. 202/203, Aufgaben 9, 10, 11
  
  
• Zeit? Wörter lernen