les 9 - cursus 7 Spelling - §10 Onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

les 9 - cursus 7 Spelling - §10 Onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

les 9 - cursus 7 Spelling - §10 Onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
timer
10:00
Wat ga we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • Nakijken opgaven §9
  •  Uitleg voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en ww als bijvoegelijk naamwoord
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Nakijken opdrachten §9

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kan/weet...
- voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen, ook als ze bijvoegelijk worden gebruikt
- voltooide deelwoorden spellen, ook als die hetzelfde klinken als een pvtt enkelvoud (bijv. verhuist/verhuisd)

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil?

Hij heeft een uur gerend.
Zij gaan rennend naar school.

Slide 5 - Slide

Het voltooid deelwoord (vd) geeft vaak aan dat een handeling is afgerond (= voltooid). Het voltooid deelwoord maakt meestal deel uit van het gezegde. Er staat dan altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord (vd)
  • Sterke werkwoorden: klank verandert > winnen - gewonnen
  • Zwakke werkwoorden (stappenplan)                                                   1. hele werkwoord                                                                                           2. - en                                                                                                                 3. staat de laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?                            Ja     > t       (werken - gewerkt)                                                                   Nee > d      (geloven - geloofd)

Slide 7 - Slide

Het onvoltooid deelwoord (od) geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid).

Juichend kwam de winnaar over de finish.
– Het kleine meisje zat huilend op de stoep.

Slide 8 - Slide

Onvoltooid deelwoord (od)
  • Regel: infinitief (hele ww) + d
  • huilen > huilend
  • lachen > lachend

  • De kleuters gingen huppelend naar huis toe.

Slide 9 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 7 - Spelling §10 voltooide en onvoltooide deelwoorden
Wat: Maak § 10 opdr. 1, 2 (blz. 258)
Hoe:  Zelfstandig in je schrift
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 7,5 min.
Uitkomst: Geoefend met voltooide en onvoltooide deelwoorden en het bijvoeglijk naamwoord
Klaar?
Lezen in je leesboek of ander huiswerk
timer
7:50

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bn van vd)
Van het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord wordt soms ook een bijvoeglijk naamwoord gemaakt.

De verloren sleutel werd eindelijk gevonden.
Het wandelende meisje.

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bn van vd)
Een voltooid deelwoord dat wordt gebruikt als bn schrijf je zo kort mogelijk!     >  het gelande vliegtuig, de verbrede straat
  • Uitzondering 1: wanneer je uitspraakproblemen krijgt (de omgespitte tuin, het geredde hondje).
  • Uitzondering 2: eindigt het vd op -en? Dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op -en (de vaas is gebroken (vd) > de gebroken (bn) vaas).

Slide 12 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt onvoltooid deelwoord (bn van od)
  • Als je van een od een bijvoeglijk naamwoord maakt, dan plak je een -e achter  het onvoltooide deelwoord.

  • huilend > huilende
  • De huilende kinderen kregen een snoepje van hun moeder.

Slide 13 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 7 - Spelling §10 voltooide en onvoltooide deelwoorden
Wat: Maak § 10 opdr. 4 (blz. 258 -259)
Hoe:  Zelfstandig in je schrift
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 7,5 min.
Uitkomst: Geoefend met voltooide en onvoltooide deelwoorden en het bijvoeglijk naamwoord
Klaar?
Lezen in je leesboek of ander huiswerk
timer
7:30

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Je kan/weet...
- voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen, ook als ze bijvoegelijk worden gebruikt
Ja/nee
- voltooide deelwoorden spellen, ook als die hetzelfde klinken als een pvtt enkelvoud (bijv. verhuist/verhuisd)
Ja/nee

Slide 15 - Slide

Rustig je spullen opruimen en blijven zitten tot de bel gaat.


Fijne dag!

Slide 16 - Slide