Les 2 voorlezen aan kinderen

Voorlezen aan kinderen
1 / 8
next
Slide 1: Slide
LezenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 8 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voorlezen aan kinderen

Slide 1 - Slide

Stappenplan
  1. Kies het juiste boek
  2. Weet wat je leest
  3. Kies 3 onbekende woorden
  4. Bekijk het boek samen
  5. Betrek het kind bij het boek
  6. Stel vragen
  7. Praat na over het boek

Slide 2 - Slide

Plan maken voor 13 december
Waar ga jij voorlezen?
Wanneer? Hoe laat?
Welke leeftijd?
Hoeveel kinderen?
Wat voor soort boek?

Slide 3 - Slide

Introduceer het verhaal
 Bekijk met z’n allen de kaft en de illustraties van het boek. Laat vervolgens de leerlingen voorspellen waar het verhaal over gaat. Vraag bijvoorbeeld over wie het verhaal gaat, waar het verhaal zich afspeelt of wat er gebeurt in het verhaal.

Slide 4 - Slide

Lees het verhaal voor.
Stel tussendoor vragen over het verhaal en leg begrippen uit.

Welke 3 moeilijke woorden heb je gekozen?
Welke vragen ga je tussendoor stellen?

Slide 5 - Slide

Bespreek het verhaal na afloop.
Vraag leerlingen of hun voorspelling klopte en laat ze vertellen over hoe het verhaal begon, wat het probleem was, welke oplossing er was voor het probleem en hoe het verhaal afliep.

Bedenk vooraf goede vragen voor na afloop

Slide 6 - Slide

Goed voorlezen hoe doe je dat?
  • Kies een boek dat past bij de ontwikkeling en belangstelling van de leerlingen
  • Lees het boek zelf van tevoren een keer door
  • Zorg dat er rust is in de klas of bij het groepje en weinig afleiding
  • Lees de tekst rustig en duidelijk voor en zorg dat je gezicht duidelijk zichtbaar blijftMaak gebruik van de mogelijkheden van je stem, maar let op dat je niet overdrijft
Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om de woorden te verduidelijken
Breng tijdens het voorlezen af en toe een pauze aan
Stop met voorlezen als de aandacht verslapt en kies een ander moment

Slide 7 - Slide

Goed voorlezen hoe doe je dat?
  • Maak gebruik van de mogelijkheden van je stem, maar let op dat je niet overdrijft
  • Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om de woorden te verduidelijken
  • Breng tijdens het voorlezen af en toe een pauze aan (Stel eventueel een vraag tussendoor)

Slide 8 - Slide