Starttaal 1F Hoofdstuk 1 les 2

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom

Starttaal 1F Hoofdstuk 1 les 2

Thema Familie & vrienden

Opbouw van de les

Herhaling van de woordenschat

Letterlijk & figuurlijk

Bijnamen

Herhaling van de woordenschat

DOEL

Ik begrijp de betekenis van de themawoorden over familie

De eigenschap

1. Een kenmerk van iemand
2. Een goede vriend(in) van me
3. Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn
4. Dat je de baas bent over iets

De generatie

1. Een groep mensen met hetzelfde gen
2. Mensen die in dezelfde periode zijn geboren
3. Iemand die je kent maar die niet je vriend is
4. Een tafel waar men op opereert

Het sociale netwerk

1. Een app waar verschillende mensen inzitten
2. Een groep mensen die elkaar pesten
3. Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn
4. De band die je met iemand hebt

Ik heb een heel vrije .......... gehad, ik mocht alles

1. relatie
2. gewoonte
3. opvoeding
4. dag

Veel klagen is geen mooie ............

1. gewoonte
2. generatie
3. relatie
4. eigenschap

Letterlijk & figuurlijk

DOEL

Het verschil begrijpen tussen letterlijk & figuurlijk taalgebruik

Letterlijk & Figuurlijk

Lees de tekst op pagina 23

Maak opdracht 5 individueel

Gezamenlijk nakijken

Mijn broer is een beer van een kerel

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

De Bijnaam

DOEL

Begrijpen wat een bijnaam is

De Bijnaam

Lezen pagina 25

Maken opdracht 6 & 7