van a tot zin, 4.2: bepalingen.

van A tot zin, 4.2: bepalingen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

van A tot zin, 4.2: bepalingen.

Slide 1 - Slide

Wat leren we deze les?
Je kunt de structuur van een zin benoemen:

het onderwerp
de persoonsvorm
de rest van de zin (tijd, manier en plaats)



Slide 2 - Slide

Structuur van een zin!
Ik ga vandaag op de fiets naar school.

Ik = het onderwerp
ga= de persoonsvorm
rest= vandaag op de fiets naar school




Slide 3 - Slide

Structuur van een zin!
Ik ga vandaag op de fiets naar school.

Ik = het onderwerp
ga= de persoonsvorm
vandaag = de tijd
op de fiets = manier
naar school = plaats




Slide 4 - Slide

Structuur van een zin!
De kinderen spelen in de mooie tuin.

De kinderen =
spelen
in de mooie tuin

Slide 5 - Slide

Structuur van een zin!
De kinderen spelen in de mooie tuin.

De kinderen = het onderwerp
spelen = de persoonsvorm
in de mooie tuin = plaats

Slide 6 - Slide

structuur van een zin!
laila huurt vaak een fiets in Rotterdam.
Laila=het onderwerp
huurt=de persoonsvorm
vaak een fiets in Rotterdam= rest van de zin:
vaak= de tijd
een fiets=wat? op welke manier?
in Rotterdam=plaats

Slide 7 - Slide

Structuur van een zin!
Het meisje gaat vandaag op de fiets naar school.
Het meisje
gaat
vandaag
op de fiets
naar school = 

Slide 8 - Slide

Structuur van een zin!
Bryan reist deze week met de bus naar Amsterdam.
Bryan =
reist
deze week
met de bus
naar Utrecht

Slide 9 - Slide

Structuur van een zin!
De volgorde is dus:
onderwerp - persoonsvorm - tijd - manier - plaats




Slide 10 - Slide

let op!
  • de woorden in de rest van de zin geven vaak extra informatie, ( Wanneer, waar? , hoe? op welke manier?)
  • maar de volgorde van deze woorden is niet altijd hetzelfde;
  •  Vaak kun je de volgorde zelf kiezen:
  • Laila heeft morgen een afspraak in Rotterdam,
  • Hij traint elke dag twee uur in de sportschool.
  • Zeker weten ?: de woorden van tijd moet voor de woorden van plaats.

Slide 11 - Slide

Van A tot zin!

A tot zin:  4.2  blz. 122 en 123 nummer 1,2 en 3
klaar? maak dan de oefeningen online.





Slide 12 - Slide