Van links naar rechts Hera, herkenbaar aan haar kroon (als koningin van de goden) en de leeuw als koninklijk symbool; Athena, herkenbaar aan de helm en speer en de Aegismantel; Aphrodite, herkenbaar aan de gevleugelde Eros; Hermes, herkenbaar aan de vleugels aan z’n hoed, z’n staf en z’n reizigersmantel; en rechts Paris, zittend met een lier.
Slide 22 - Slide
Συμβουλή 3
a μειράκιον (r. 2) en παῖς (r. 4 en 10)
b ὁ μὲν γὰρ ἔτυχε συρίζων πρὸς τὸ ποίμνιον dus een baby kan het niet zijn
c afbeelding 3 (het schilderij van Rembrandt)
d In afbeelding 2 is Zeus niet vermomd als adelaar, zoals in de andere afbeeldingen en in de tekst: ὁπότε γε ἤδη ἐν τῷ ἀετῷ ἦν (r. 4)
e de afbeeldingen 2 en 4
Slide 23 - Slide
Συμβουλή 4-5
4 Hij plast van angst; hij huilt ook
5 a Ganymedes heeft z’n hoofd (nek) gedraaid, maar kijkt niet naar de adelaar (Zeus) maar van hem weg (εἰς αὐτὸν ἀποβλέψοντα).
c Het schilderij heeft veel dreigend donker, een onrustige lucht.
Slide 24 - Slide
Aan het werk.
Leer de woordjes en grammatica t/m 9
Maak 9B, A Genetivus Absolutus en B Werkwoord
Maak 9C, Vragen over de tekst. Dit is ook huiswerk.