H7.3 Kwadratische vergelijkingen

Jullie zitten thuis!
Hoe gaat het met jullie?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ
1 / 47
next
Slide 1: Poll
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Jullie zitten thuis!
Hoe gaat het met jullie?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Vorige les: - het omslagpunt gebruiken om grafieken voor en na het omslagpunt te vergelijken
- terugblik op je huiswerk: m. 10 t/m 17

Lesdoel: je leert een kwadratische vergelijking oplossen

Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Terugblik op je huiswerk.
Maak een foto van opdracht 16 en lever in.

Slide 3 - Open question

Entree ticket
Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

a. Lees het omslagpunt af
b. Bereken het omslagpunt
c. Welke sportschool is na het omslagpunt
     goedkoper?
k: kosten
a: aantal keer sporten
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Maak een foto van je antwoord en lever in.

Slide 5 - Open question

Entree ticket
Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

a. Lees het omslagpunt af

k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 6 - Slide

Entree ticket
Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

a. Lees het omslagpunt af
(12, 80)
k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 7 - Slide

Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

b. Bereken het omslagpunt
5a + 20 = 2,5a + 50
-2,5a         -2,5a
2,5a + 20 = 50
           -20     -20
2,5a = 30
:2,5    :2,5
a = 12
k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 8 - Slide

Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

b. Bereken het omslagpunt
.
k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 9 - Slide

Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

b. Bereken het omslagpunt
5a + 20 = 2,5a + 50
-2,5a         -2,5a
2,5a + 20 = 50
           -20     -20
2,5a = 30
:2,5    :2,5
a = 12
k: kosten
a: aantal keer sporten
b = 5 x 12 + 20 
    = 80



Slide 10 - Slide

Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

b. Bereken het omslagpunt
5a + 20 = 2,5a + 50
-2,5a         -2,5a
2,5a + 20 = 50
           -20     -20
2,5a = 30
:2,5    :2,5
a = 12
k: kosten
a: aantal keer sporten
b = 5 x 12 + 20 
    = 80


Omslagpunt: (12, 80)

Slide 11 - Slide

Entree ticket
Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

c. Welke sportschool is na het omslagpunt
     goedkoper?

k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 12 - Slide

Entree ticket
Formule Bink: 2,5a + 50 = k
Formule Mass: 5a + 20 = k

c. Welke sportschool is na het omslagpunt
     goedkoper?
Dat is sportschool Bink
k: kosten
a: aantal keer sporten

Slide 13 - Slide

Kwadraten en wortels

Slide 14 - Slide

Wat is ?
3​2​​
A
9
B
-9

Slide 15 - Quiz

Wat is ?
βˆ’3​2​​
A
9
B
-9

Slide 16 - Quiz

Wat is ?
(βˆ’3)​2​​
A
9
B
-9

Slide 17 - Quiz

Kwadraten en wortels
3​2​​=9
βˆ’3​2​​=βˆ’9
(βˆ’3)​2​​=9
βˆšβ€‹9​​​=

Slide 18 - Slide

Kwadraten en wortels
3​2​​=9
βˆ’3​2​​=βˆ’9
(βˆ’3)​2​​=9
βˆšβ€‹9​​​=3
of
βˆšβ€‹9​​​=βˆ’3
want
3​2​​=9
en 
(βˆ’3)​2​​=9

Slide 19 - Slide

Wat is ?
βˆšβ€‹4​​​

Slide 20 - Open question

Vergelijkingen
We kennen dit: 3x + 4 = 2x + 6

Vandaag leren we dit:                                    
x​2β€‹β€‹βˆ’6=10

Slide 21 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.

Slide 22 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.


x​2β€‹β€‹βˆ’6=10
+6
+6
x​2​​=16

Slide 23 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.
2. Doe de wortel (+ en -)


x​2β€‹β€‹βˆ’6=10
+6
+6
x​2​​=16

Slide 24 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.
2. Doe de wortel (+ en -)


x​2β€‹β€‹βˆ’6=10
+6
+6
x​2​​=16
x=βˆšβ€‹16​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹16​​​

Slide 25 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.
2. Doe de wortel (+ en -)
3. Bereken de oplossing


x​2β€‹β€‹βˆ’6=10
+6
+6
x​2​​=16
x=βˆšβ€‹16​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹16​​​

Slide 26 - Slide

Hoe los je een kwadratische vergelijking op?
Stappenplan:
1. Breng alle getallen naar 1 kant.
2. Doe de wortel (+ en -)
3. Bereken de oplossing


x​2β€‹β€‹βˆ’6=10
+6
+6
x​2​​=16
x=βˆšβ€‹16​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹16​​​
x=4
of
x=βˆ’4

Slide 27 - Slide

Even oefenen
x​2β€‹β€‹βˆ’2=10

Slide 28 - Slide

Even oefenen
x​2β€‹β€‹βˆ’2=10
+2
+2
x​2​​=12

Slide 29 - Slide

Even oefenen
x​2β€‹β€‹βˆ’2=10
+2
+2
x​2​​=12
x=βˆšβ€‹12​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹12​​​

Slide 30 - Slide

Even oefenen
x​2β€‹β€‹βˆ’2=10
+2
+2
x​2​​=12
x=βˆšβ€‹12​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹12​​​
xβ‰ˆ3,46
of
xβ‰ˆβˆ’3,46

Slide 31 - Slide

Even oefenen
x​2​​+7=19
timer
1:00

Slide 32 - Slide

Even oefenen
x​2β€‹β€‹βˆ’2=10
+2
+2
x​2​​=12
x=βˆšβ€‹12​​​
of
x=βˆ’βˆšβ€‹12​​​
xβ‰ˆ3,46
of
xβ‰ˆβˆ’3,46

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

timer
3:00

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Maak een foto van wat je hebt gemaakt. Klaar? Dan mag je gaan.

Slide 47 - Open question