Klas 3 gymn Freitag, den 10. Juni 2022

Montag, den 10. Juni 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterlisten A+B Kapitel 14 prüfen
  • Hören
  • Trappen van vergelijking
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Montag, den 10. Juni 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterlisten A+B Kapitel 14 prüfen
  • Hören
  • Trappen van vergelijking
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 8.2  Kapitel 14 Seiten 54-55




Slide 2 - Slide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kent de woorden uit de woordenlijsten A+B Kapitel 14.
  • Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.
  • Je kunt de trappen van vergelijking toepassen.

Slide 3 - Slide

Wörterlisten A+B Kapitel 14
Maak groepjes van 5 personen.
Eén persoon van een groepje logt in op LessonUp!

Op A4:   =>     naam groep + deelnemers zetten

Slide 4 - Slide

Hören
Kapitel 14
Aufgabe 4.2 Seite 47      Gezamenlijk lezen van de inleiding
Aufgabe 12.3 Seite 63

Kapitel 15
Aufgabe 4.1 B Seiten 83-84
Aufgabe 4.2 Seite 84


Slide 5 - Slide

Trappen van vergelijking:
Kapitel 15 Seite 97 TB
  1. stellende trap
  2. vergrotende trap
  3. overtreffende trap


timer
1:00

Slide 6 - Slide

Trappen van vergelijking:
  • Stellende trap: basisvorm
  • Vergrotende trap: + er
  • Overtreffende trap: +st   => basisvorm eindigend op d, t of s-klank => +est

Stellende, vergrotende en overtreffende trap => kunnen ook als bijvoeglijk naamwoord worden vervoegd.

Sommige woorden in vergrotende en overtreffende trap => Umlaut



Slide 7 - Slide

Uitzonderingen en opmerkingen: 
Lijst met uitzonderingen, bijvoorbeeld:  (zie Seite 96 voor meer)
veel - meer - meest               viel - mehr - meist
goed - beter - best                 gut - besser - best

 + Opmerkingen:
  • het grootst, het mooist, het snelst => am + overtreffende trap + en
  • Nederlands dan               =>  Duits = als
  • Nederlands als                =>   Duits = wie

Slide 8 - Slide

Machen Aufgabe:
Aufgabe 4.4 Seiten 85-86
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Wörterlisten Kapitel 15
Leren.

Slide 10 - Slide

Hausaufgaben:
Lernen: Wörterliste A + B Seiten 98-99 Kapitel 15 => overhoring!!

Leren TB Seite 96 : Trappen van vergelijking + Seite 97 het vragend voornaamwoord (Kapitel 15)







Slide 11 - Slide

Vlog
Uiterlijk 10 juni a.s. inleveren! 23.59 uur!!!
Magister - ELO - Opdrachten - G3B vlog spreekvaardigheid
of via www.wetransfer.com 

Maak steeds tussentijds een backup!!
Ook van het eindresultaat!!

Voorlezen of opdreunen van je presentatie levert aftrek op!!!

Slide 12 - Slide

Hören   Kapitel 15

Aufgabe 5.1  Seiten 87-88

Aufgabe 6.1  Seiten 88-89

Slide 13 - Slide

Grammatik Kapitel 15
Aufgabe 10.2 Seiten 96-97  vragend vnw
Aufgabe 17.5 B Seite 110 Trappen van vergelijking + vragend vnw

Slide 14 - Slide

Grammatik Kapitel 16
TB Seiten 112-113

Slide 15 - Slide

Im Altersheim wohnen alt.... Menschen.

Slide 16 - Open question

Ich habe eine fröhlich... Deutschlehrerin.

Slide 17 - Open question

Der Ausflug findet nur bei gut... Wetter (o) statt.

Slide 18 - Open question

Das ist gut... alt... Wein.

Slide 19 - Open question

Deutsch.... Schüler fahren oft bevor acht Uhr in d.. Schule.

Slide 20 - Open question

Ich stelle mich hinter d... neu... Stuhl (m).

Slide 21 - Open question

Das Bild hängt an d... schön.. Wand (v).

Slide 22 - Open question

Mein... Vater wohnt in ein... alt.. Reihenhaus in Rotterdam.

Slide 23 - Open question

In (deze) .... Sporthalle trainier ich jeden Mitwoch.

Slide 24 - Open question

Ihr... Eltern haben (hun)..... Haus verkauft und ein... neu... Haus an d... Eifel(v) gekauft

Slide 25 - Open question

Ich trainiere (elke) ... Montag.

Slide 26 - Open question

Ich habe ein... alt... Familienarzt (m).

Slide 27 - Open question

Frisch.... Milch (v) schmeckt mir am besten.

Slide 28 - Open question

Grammatik: Wederkerend vnw.
Wederkerendvnw aandachtspunten:

  • alleen wederkerend vnw in de zin -> 4e naamval
  • naast wederkerend vnw ook lijdend vnw in de zin -> wederkerend vnw 3e naamval
  • Lichaamsdelen in zin -> wederkerend vnw 3e naamval -> in Nederlands gebruiken we het bezittelijk vnw ipv wederkerend vnw.

Slide 29 - Slide

Zum Schluss

Slide 30 - Slide