Herhaling erfelijkheid

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dominant = een gen dat wordt onderdrukt door een ander gen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Homozygoot is....

A
Als het individu twee dezelfde genen heeft voor een bepaalde eigenschap
B
Als het individu twee verschillende genen heeft voor een bepaalde eigenschap.
C
Als het individu twee dezelfde en twee verschillende gene heeft voor een bepaalde eigenschap.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Is het karyogram (genetisch
gezien) van een man of van
een vrouw?
A
Man
B
vrouw
C
kan je niet opmaken uit de afbeelding
D
weet ik niet

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Twee ouders hebben allebei het genotype 'aa'. Welke genotypes kunnen de kinderen krijgen?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
Alle genotypes

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Herhaling...

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bij een cavia, het allel voor 
zwarte haarkleur (H) dominant
Ten opzichte van witte haarkleur (h)

Maak het kruisingsschema af. 
F1 gaat onderling voortplanten en vormt F2
Verhouding?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Monohybride kruising
Een plant met grote bladeren wordt gekruist met een plant met kleine bladeren. Alle nakomelingen blijken kleine bladeren te hebben.
Wat is dominant en wat zijn de genotypen van de ouders?
A
Grote bladeren AA x aa
B
Grote bladeren Aa x aa
C
Kleine bladeren AA x aa
D
Kleine bladeren Aa x aa

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de verhouding in het fenotype in de F1?
A
1:3
B
1:2:1
C
1:1
D
3:2

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een blauwe mannetjes parkiet (recessieve kleur) wordt gekruist met een gele vrouwtjes parkiet (dominante kleur). Zij krijgen samen 7 gele jongen.
Wat kun je met zekerheid zeggen over het genotype van de ouders?

A
Heterozygoot
B
Homozygoot dominant
C
Homozygoot
D
Hier kan hij niet achterkomen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Fruitvliegjes kunnen een grijs of zwart lichaam hebben.
Zwart is dominant over grijs.
Hoe groot is de kans dat 2 heterozygote fruitvliegjes nakomelingen krijgen met een grijs lichaam?
-----------------------------------------------------------------------
A = zwart
a = grijs 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zet de volgende kruisingen in een kruisingsschema en geef de verhoudingen van de nakomelingen van het genotype en het fenotype. (A= zwart, a= wit)
AA x aa
AA x Aa
Aa x Aa
Aa x aa
Genotype


Fenotype

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zet de volgende kruisingen in een kruisingsschema en geef de verhoudingen van de nakomelingen van het genotype en het fenotype. (A= zwart, a= grijs)
AA x aa
AA x Aa
Aa x Aa
Aa x aa
A
a
A
AA
Aa
A
AA
Aa
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
a
a
A
Aa
Aa
a
aa
aa
a
a
A
Aa
Aa
A
Aa
Aa
Welke ouders moet je gebruiken om een F1 te krijgen waarbij ongeveer de helft zwart is en de helft grijs?

We  gebruikende kruising Aa x Aa en krijgen 2000 nakomelingen. Hoeveel zijn er dan heterozygoot?
En hoeveel hebben er een zwart lichaam?

 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stamboom

Blond en zwart haar
Welke dominant en  welke recessief?
Wie homozygoot en wie heterozygoot?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is het genotype van
nummer 7 in de stamboom?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Stambomen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Beren
Meest verwant
Minder verwant
Minste verwant
Zeehond
Hond
Wasbeer

Slide 20 - Drag question

Kijk naar de positie van de beer in deze stamboom: 
Wie is er het meest verwant? 
Wie minder? 
Wie het minst?