1: rustfase, natrium- en kalium poorten zijn dicht
2: drempelwaarde halen (een aantal natriumpoorten zijn open, maar de prikkelsterkte is te weinig)
3: depolarisatie, natriumpoorten zijn open. natrium gaat de zenuwcel in (kaliumpoorten zijn dicht)
4: repolarisatie, kaliumpoorten zijn open. kalium stroomt de zenuwcel uit (natriumpoorten zijn dicht)
5: hyperpolarisatie, kaliumpoorten blijven iets te lang open.
herstel naar rustpotentiaal: natrium/kalium pomp, pompt natrium de cel uit en kalium de cel in!