taal thema 3 herhalen

Bezittelijke voornaamwoorden

Zegt dat het van iemand is.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bezittelijke voornaamwoorden

Zegt dat het van iemand is.

Slide 1 - Slide

De kinderen slapen in ..... boomhut

Slide 2 - Open question

De buurvrouw kamt ....... haar.

Slide 3 - Open question

Vorige week keek ik ..... ogen uit.

Slide 4 - Open question

Klaas heeft een pen. Dat is ...... pen.

Slide 5 - Open question

Jij kiest een cadeautje. Dat wordt .... cadeautje.

Slide 6 - Open question

Wij hebben een theeochtend. Het is ..... theeochtend.

Slide 7 - Open question

Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: Persoonsvorm staat voorin.
Bijzin: Persoonsvorm staat achterin.


Slide 8 - Slide

Ik verlang naar de geboorte van mijn broertje of zusje, want dan mag ik trakteren op beschuit.
Wat is de bijzin?
A
Ik verlang tot zusje
B
want tot beschuit

Slide 9 - Quiz

Het is allang gebruikelijk dat mensen hun kraamvisite iets lekkers voorzetten.
Wat is de bijzin?
A
het tot gebruikelijk
B
dat tot voorzetten

Slide 10 - Quiz

De kinderen uit de buurt kregen lekkers dat hun nieuwe kindje zogenaamd had meegebracht.
Wat is de hoofdzin?

Slide 11 - Open question

De vroedvrouw vertelde aan de kraamvrouw dat het eten van anijs goed was voor haar moedermelk.
Wat is de hoofdzin?

Slide 12 - Open question

Anijszaad en suiker zorgen voor de speciale smaak die onze muisjes hebben.
Wat is de hoofdzin?

Slide 13 - Open question

Lijdend voorwerp
wat/wie + gezegde + onderwerp

Slide 14 - Slide

Vader en moeder richten de kamer van de baby in.
A
vader en moeder
B
richten
C
de kamer van de baby
D
in.

Slide 15 - Quiz

Ze dragen de wieg naar de eerste etage.
A
ze
B
dragen
C
de wieg
D
naar de eerste etage.

Slide 16 - Quiz

Vader zet de commode op zijn plaats.
A
vader
B
zet
C
de commode
D
op zijn plaats.

Slide 17 - Quiz

moeder hangt wat leuke plaatjes met punaises op het prikbord erboven.
A
moeder
B
hangt
C
wat leuke plaatjes
D
met punaises erboven

Slide 18 - Quiz

Leenwoorden
Woorden uit een andere taal. 
De spelling is anders dan in het Nederlands.

Slide 19 - Slide

Vader haalt op de geboortedag mijn broertje van de chèche.

Slide 20 - Open question

Vanaf nu staan er iedere dag flesjes melk op het menu.

Slide 21 - Open question

De baby krijgt heel veel cadeaus.

Slide 22 - Open question

Vader brengt een dubbel vestje retour naar de shop.

Slide 23 - Open question

Het nieuwe vestje heeft een warme capuchon.

Slide 24 - Open question