wk24 Lezen 4 les 1

Lezen 4
woordraadstrategieën 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen 4
woordraadstrategieën 

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg: woordraadstrategieën
  • Oefenen
  • Quiz woordbetekenissen
  • Uitleg: argumenten
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Woordraadstrategieën
1. Probeer de betekenis van het woord zelf te achterhalen.
- Lijkt het woord op een woord uit een andere taal?
- Herken je stukjes van het woord?
2. Kijk in de context (de tekst die eromheen staat).
- Staat de betekenis onder de tekst?             - Wordt er een synoniem gebruikt?
- Wordt het in andere woorden gezegd?      - Wordt er een antoniem gebruikt?
3. Zoek de betekenis op.
4. Vraag de betekenis een een medeleerling of je docent.

Slide 3 - Slide

Oefenen - Stap 1 (individueel)
  • Doornemen: opdracht 1 - stap 1 (blz. 3)
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Oefenen - Stap 2 (duo's)
  • Doornemen: opdracht 1 stap 2 (blz. 3)
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Moeilijke woorden

Slide 6 - Mind map

Quiz (viertallen)
  • Jullie krijgen een zin te zien
  • Noteer de betekenis van het woord op een blaadje

Slide 7 - Slide

Quiz (viertallen)
  • Jullie krijgen een zin te zien
  • Noteer de betekenis van het woord op een blaadje.

Slide 8 - Slide

Zin 1
  • Over het gehele politieke spectrum zijn er voorstanders en tegenstanders van dit voorstel te vinden.

timer
0:30

Slide 9 - Slide

Zin 2
  • Buitenlandse toeristen worden in Amsterdam niet altijd even gastvrij bejegend.

timer
0:30

Slide 10 - Slide

Zin 3
  • Ook hier geldt natuurlijk het adagium "voorkomen is beter dan genezen".

timer
0:30

Slide 11 - Slide

Zin 4
  • De basketballer kreeg bij zijn vertrek een exorbitant grote bonus.

timer
0:30

Slide 12 - Slide

Zin 5
  • De voetballer dacht dat hij die aanval eenvoudig kon pareren.

timer
0:30

Slide 13 - Slide

Zin 6
  • Na de zoveelste aantijging hield hij de eer aan zichzelf en vertrok.
timer
0:30

Slide 14 - Slide

Zin 7
De resultaten waren ronduit abominabel
timer
0:30

Slide 15 - Slide

Zin 8
Het ongevraagd opbellen om iets te verkopen is een vorm van acquisitie 
timer
0:30

Slide 16 - Slide

Nakijken maar
  • Wissel je blaadje met dat van een ander groepje.
  • Geef voor iedere correcte betekenis een punt.

Slide 17 - Slide

Argumenten
  • Reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je legt je standpunt uit
  • Redengevende signaalwoorden:  want, omdat, namelijk, immers, daarom

Slide 18 - Slide

Feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

feit/mening?
Hij heeft oortjes en staart naar zijn telefoonscherm.
A
feit
B
mening
C
geen idee

Slide 20 - Quiz

1 De smartphone is onmisbaar= feit/mening?
2 Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone = feit / mening?
A
1 feit/ 2 feit
B
1 feit/ 2 mening
C
1 mening / 2 feit
D
1 mening/ 2 mening

Slide 21 - Quiz

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 22 - Quiz

Feit, mening of argument?

, want het is een veelzijdig vak.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
  • Lezen: Rol van de Voorzitter van de Tweede Kamer
  • Maken: opdracht 2 (vraag 8 mag je overslaan) blz. 7-9
  • Klaar?: ga aan de slag met opdracht 3 of leren voor de toetsweek

= Huiswerk

Slide 24 - Slide