Bezittelijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je aangeven wat een bezittelijk voornaamwoord is.

Aan het einde van deze les kan een bezittelijk voornaamwoord plaatsen in een zin. 

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over het
Bezittelijk
voornaamwoord?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Voorbeelden
Dit is mijn gitaar. -> This is my guitar.
Dit gitaar is van mij. -> This guitar is mine

Dat zijn hun boeken. -> Those are their books.
Die boeken zijn van hen. -> Those books are theirs

Dit is zijn tas. -> This is his bag.
Deze tas is van hem. -> This bag is his.

Slide 5 - Slide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 6 - Open question

This is ..... bottle.
This bottle is .....
Mine
Its
His
Theirs
Our
Hers
Yours

Slide 7 - Drag question

Welke vorm hoort bij deze zin:
This phone is .....
A
her
B
mine
C
he
D
mines

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van deze zin:
Dit is mijn gitaar.
A
This is my guitar.
B
That guitar is mine.
C
This guiter is my.
D
Those guitars are ours.

Slide 9 - Quiz

Welke vorm hoort bij deze zin:
My pencil is broken. Can I borrow ......?
A
your
B
her
C
yours
D
mine

Slide 10 - Quiz

0

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link