Elasticiteiten: opgave: Prijselasticiteit van de vraag

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid = Ev

qa = P + 6
qv = -1,5P + 31
q = de hoeveelheid in miljoenen stuks; P = de prijs in euro's
1. Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.

Prijselasticiteit van de vraag, antwoord 1

 P + 6 = -1,5P + 31

 2,5P = 25

 P* = 10 en Q* = 16 miljoen stuks

Met P* en Q* wordt evenwicht aangegeven!

qa = P + 6
qv = -1,5P + 31
2. Bereken de prijselasticiteit van de vraag bij een prijs van
€ 10. Afronden op vier decimalen.

Prijselasticiteit van de vraag, antwoord 2

• Formule opschrijven: Ev = % Δ Qv / % Δ P
  
• P oud = €10, verzin zelf een P nieuw bijvoorbeeld €11
  
• % Δ P = +10% (11 – 10 / 10) x 100% = 10%
  
• Deze P oud en P nieuw invullen in de vergelijking van Qv
  
• Qv oud = -1,5 x 10 + 31 = 16
  
• Qv nieuw = -1,5 x 11 + 31 = 14,5
  
• % Δ Qv = (14,5 – 16) / 16 x 100 = -9,375%
  
• Ev = -9,375% / +10% = -0,9375 inelastisch

qa = P + 6
qv = -1,5P + 31
3. Bereken de prijselasticiteit van het aanbod bij een prijs van
€ 10. Afronden op drie decimalen.

Prijselasticiteit van de vraag, antwoord 3

• Formule opschrijven: Ea = % Δ Qa / % Δ P
  
• Verzin zelf een P nieuw bijvoorbeeld €11
  
• % Δ P = +10% (11 – 10 / 10) x 100% = 10%
  
• Deze P oud en P nieuw invullen in de vergelijking van Qa
  
• Qa oud = 10 + 6 = 16
  
• Qa nieuw = 11 + 6 = 17 
  
• Ea = +6,25% / +10% = +0,625 (inelastisch)

qv = -0,8 P + 15
qv = gevraagde hoeveelheid (x 1.000 stuks); P = de prijs in €
4. Bereken de prijselasticiteit van de vraag bij een prijs van
€ 10,-. Afronden op 2 decimalen.

Prijselasticiteit van de vraag, antwoord 4

• Ev = % Δ Qv / % Δ P
  
• % Δ P = bedenk zelf een P nieuw bijvoorbeeld P nieuw = 15, P oud = 10
  
• % Δ P = 15 – 10 / 10 x 100% = +50%
  
• Q oud = -0,8 x 10 + 15 = 7 (invullen in de qv vergelijking)
  
• Q nieuw = -0,8 x 15 + 15 = 3 (invullen in de qv vergelijking)
  
• % Δ Qv = 3 – 7 / 7 x 100% = - 57,14%
  
• Ev = -57,14% / +50% = -1,14

5. De vraag naar het product met een prijselasticiteit van -1,14 is .......

1. prijselastisch, omdat het kleiner dan -1
2. prijsinelastisch, omdat tussen de 0 en -1 ligt

qv = -0,8 P + 15
qv = gevraagde hoeveelheid (x 1.000 stuks); P = de prijs in €
6. Bereken met hoeveel % de omzet (pxq) verandert als de prijs stijgt van €10 naar €15. Afronden op 2 decimalen +%

Prijselasticiteit van de vraag, antwoord 6

• Omzet bij P =10: 10 x 7 = 70 (oud)
  
• Omzet bij P = 15: 15 x 3 = 45 (nieuw)
  
• De omzet verandering in % = 45 – 70 / 70 x 100% = -35,71%
  
• De omzet is dus afgenomen met 35,71%

Opgave: Prijselasticiteit van de vraag blz. 228

Maak deze opgave zelf af en controleer de antwoorden.

Maak zelf de volgend opgaven:

Blz.229 Speciale aanbieding

Blz.230 Tourzege verkoopt

Blz.232 Btw-experiment

Blz.233 Studentenkamers onbetaalbaar

Blz.234 Inkomenselasticiteit

Na de vakantie onderwerp 3:

Overheidsingrijpen

Hier volgen een aantal oefenopgaven!

Oude afzet 2000; oude prijs €35
Nieuwe afzet 6000; nieuwe prijs €15
Bereken de prijselasticiteit?

1. -3.5
2. -3.6
3. -4
4. -4.2

De prijselasticiteit van de vraag (Ev) naar fietsen
is –0,2.
Als de prijs van een fiets met 4% stijgt, zal de vraag naar fietsen:

1. 0,8% stijgen
2. 0,8% dalen
3. 16% stijgen
4. 16% dalen

De prijselasticiteit van de vraag (Ev) naar auto’s
is –0,5.
Om de gevraagde hoeveelheid auto’s met 10% te laten stijgen, moet de prijs met:

1. 20% dalen
2. 5% dalen
3. 5% stijgen
4. 20% stijgen

Bereken met hoeveel % de gevraagde hoeveelheid (=qv) verandert als de prijs daalt van €40 naar €20
qv=-0,15P +10

1. 75%
2. 50%
3. 100%

De prijselasticiteit van de vraag (Ev)van een product is -0,5.
Als de prijs stijgt dan ........ omzet

1. daalt
2. stijgt

Als de prijs van appels met 10% stijgt dan gebeurt het volgende met de vraaglijn naar appels:

1. schuift de vraaglijn naar rechts
2. schuift de vraaglijn naar links
3. verandert alleen het punt op de vraaglijn
4. verandert er niets

Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de vraaglijn? Van de rode lijn naar de gele lijn.

1. Afname van het aantal consumenten
2. Verslechtering kwaliteit concurrerende producten
3. Toename besteedbaar inkomen
4. Toename productiviteit

Wat is het gevolg voor de evenwichtsprijs wanneer de aanbodlijn naar rechts verschuift.

1. de evenwichtsprijs daalt.
2. de evenwichtsprijs stijgt.

Wanneer is er sprake van een verschuiving OP de vraaglijn?

1. Als de behoeften van de consument verandert
2. Als de prijs van het product verandert
3. Als de prijs van andere producten verandert

Door de gevolgen van het coronavirus daalt het inkomen van veel mensen. Ze hebben niet veel geld meer over voor een nieuwe auto. Hierdoor:

1. Vindt er een verschuiving plaats naar rechts op de vraaglijn
2. Vindt er een verschuiving plaats naar links op de vraaglijn
3. Vindt er een verschuiving plaats naar rechts van de hele vraaglijn
4. Vindt er een verschuiving plaats naar links van de hele vraaglijn

Welke kleur heeft consumenten surplus?

1. Groen
2. Blauw
3. Rood
4. Geel

qa = 4P - 120
qv = -2P +240
Bereken de evenwichtsprijs

1. P = 120
2. P = 180
3. P = 60

Qa = 1,5P – 7
Qv = -P + 18
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid

1. P = 10 q = 18
2. P = 10 q = 8
3. P = 12,50 q = 11,75