7.3A De product-som-methode

2vwo
De product-som-methode

1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2vwo
De product-som-methode

Slide 1 - Slide

De product-som-methode
Wij zoeken twee getallen a en b
Waarvoor  twee dingen waar moeten zijn: 
  • Som a+b=5
  • Product a*b=6

Voor welke twee getallen is dit waar? 

Slide 2 - Slide

a + b = 11 
a • b = 18
wat zijn a en b?
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

Slide 3 - Drag question

a + b = 8 
a • b = 15
wat zijn a en b?
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

Slide 4 - Drag question

a + b = 1 
a • b = -20
wat zijn a en b?
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-1
-2
-3
-4
-5
-6
-7
-8
-9
-10

Slide 5 - Drag question

Deze kwadratische formule noemen we een drieterm, 
hij bestaat namelijk uit 3 termen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ontbind in factoren
x2x12
A
(x+3)(x+4)
B
(x+3)(x4)
C
(x3)(x+4)
D
(x3)(x4)

Slide 23 - Quiz

Ontbind in factoren
x2+6x7
A
(x+2)(x4)
B
(x1)(x+7)
C
(x+1)(x7)
D
(x2)(x+4)

Slide 24 - Quiz

Ontbind in factoren:

y=x240x+400
A
y=(x20)2
B
y=(x+20)(x+20)
C
y=(x+20)(x20)
D
y=(x20)(x20)

Slide 25 - Quiz

Ik snap hoe je een drieterm moet ontbinden in factoren
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Aan de slag
Maak opgave: 26, 27, 28, 29, 31, 32
Maak je opgave 26 foutloos dan kun je opgave 27, 28 en 29 overslaan. 

Slide 27 - Slide