22D omgaan met angst

Omgaan met angst
Communicatie
22D
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Omgaan met angst
Communicatie
22D

Slide 1 - Slide

Les inhoud:
Vandaag in de les:
- Herhaling conflicthantering
- Omgaan met angst en reageren op emotie
- Casussen oefenen met elkaar.

Slide 2 - Slide

Definitie conflict
Een conflict is een verschil van mening waarbij twee of meerdere personen/partijen een doelstelling nastreven of een waarde aanhangen die onverenigbaar blijken te zijn en daardoor in botsing komen.

Slide 3 - Slide

Oorzaken:
Soorten oorzaken:
  • psychische factoren --> emoties zoals angst!
  • sociale factoren
  • fysieke factoren
  • culturele factoren

Slide 4 - Slide

Angst de emotie
Een reactie op iets wat jou veiligheid bedreigd.
    - Veiligheid in de breedste zin van het woord.
- Waarschuwend signaal
- Schade aanrichten
- Fysiek: trillen, buikpijn, zweten, pijn op de borst, benauwd.
- Reacties: Bevriezen, vechten/vluchten of tend en befriend

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Omgaan met emotie
Emoties horen bij een gemoedstoestand:
- Blij, verdrietig, boos, verward en dus ook angstig.

Het is een manier van reageren op bijvoorbeeld lichamelijk of psychisch lijden.

Het uiten van een emotie kan op diverse manieren


Slide 7 - Slide

Omgaan met emotie
Hoe iemand zijn emotie uit, is afhankelijk van de persoon maar vaak ook van de culturele achtergrond.


Manieren van uiten van patiënten zijn:
- Daadwerkelijk uiten (bijv huilen of boos worden)
- Onder controle houden van emotie. Gevolg: mentale klachten
- Overdrijven van emotie om zo zeker te zijn van juiste dosis aandacht
- Ontkent/niet ervaren, gevolg: later lichamelijke klachten 

Slide 8 - Slide

Omgaan met emotie
Hoe te reageren?
- Zo nodig, eerst laten uit huilen/razen/tieren
- Richtinggevende vragen stellen: Wat doet dit met u?
- Actief luisteren
- Zowel verbaal als non-verbaal communiceren


Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Totaal 3 casussen. Alle casussen speel je uit. 

In groepen ga je oefenen met de casussen. De rollen wisselen we door. 




Slide 10 - Slide