Verhaalanalyse Poep

Literaire begrippen
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Literaire begrippen

Slide 1 - Mind map

Leerdoelen
-Ik ken de vijf literaire hoofdbegrippen
-Ik kan een verhaal analyseren met behulp van de literaire begrippen
-ik herken drie vormen van beeldspraak: vergelijking, metafoor en personificatie

Slide 2 - Slide

Programma
  • ophalen kennis literaire begrippen
  • uitleg beeldspraak: vergelijking-metafoor-personificatie
  • lezen verhaal Poep van Manon Uphoff
  • maken vragen bij het verhaal
  • kahoot

Slide 3 - Slide

Beeldspraak
Als je beeldspraak gebruikt, benoem je iets/iemand niet direct, maar gebruik je een ‘beeld’ om iets/iemand te typeren. 
Ook wel: figuurlijk taalgebruik of iets met andere woorden zeggen.
Drie soorten:
vergelijking
metafoor
personificatie

Slide 4 - Slide

Bedenk een vergelijking met 'als'
vb: Hij is zo sterk als een beer.

Slide 5 - Open question

Metafoor
Je geeft iets de naam van iets anders omdat er overeenkomst is.
Als je bijvoorbeeld wilt zeggen dat je klasgenoot Bram altijd alles weet, kan je daar een metafoor van maken:
Bram is de wandelende encyclopedie van de klas.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Personificatie
Iets wordt voorgesteld als een levend mens.

De wind floot door de takken.
De stoel zucht en steunt onder het gewicht van de docent.
Soms lacht de toekomst je toe.

Slide 8 - Slide

Wat is een voorbeeld van personificatie?
A
Hij is zo sterk als een beer
B
Hij zou haar vast en zeker hebben betaald
C
Heel Nederlands is aan het klussen
D
Papier is geduldig

Slide 9 - Quiz

Een voorbeeld van personificatie is...
A
De bal ligt naast het doel.
B
De bal is weggerold.
C
De bal is rond.
D
De bal wilde niets liever dan het doel in.

Slide 10 - Quiz

Wat doet beeldspraak?
A
Het roept een beeld op in je hoofd.
B
Het maakt wat je zegt leuker.

Slide 11 - Quiz

Die jongen ziet zo scheel als een otter.
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 12 - Quiz

Lezen van het verhaal Poep
bladzijde 37

Slide 13 - Slide

Vragen bij poep
Waar doet de begin je aan denken?
Wie zijn de hoofdpersonages?
Wat kun je zeggen over de personages? Geef voorbeelden uit de tekst.
Welk tijd van het jaar is het in het verhaal? Geef een voorbeeld uit de tekst.
Kun je motieven ontdekken?
Kun je beeldspraak ontdekken?
Wat is het thema van het verhaal?
Bedenk een alternatieve titel voor het verhaal.
Er zijn verschillende tegenstelling in dit verhaal te ontdekken. Welke zien jullie?

Slide 14 - Slide

Beoordeel het verhaal in vijf steekwoorden.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link