25. März

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

25. März

Bespreken toets H2 + kijk- en luistertoets 

Herhaling naamvallen

Aflezen naamvallen schema

Bespreken toetsen

Je hebt een pen op tafel liggen die een andere kleur dan blauw/zwart of rood is! 

Zie je een fout? Kruis dat aan op de toets en na het bespreken, kan het met de docent overlegd worden!

Planning

Vier quizvragen over de naamvallen

Hoe lees je het naamvallen schema af?

Oefenen!

In welke naamval staat het onderwerp?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

In welke naamval staat het meewerkend voorwerp?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

In welke naamval staat het lijdend voorwerp?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

ein-Gruppe

der-Gruppe

der

dies-

kein -

sein - 

jed - 

unser -

Het naamvallenschema

Seite 131 in het boek!

Om het schema af te lezen moet je het volgende weten:

- om welke naamval het gaat (de zin ontleden)

- welk geslacht het zelfstandig naamwoord heeft (hoofdstuk 2)

- of het lidwoord bij de der-Gruppe of de ein-Gruppe hoort. 

Kijk in schema A. Welke lidwoorden staan bij de 1e naamval mannelijk?

Kijk in schema A. Welke lidwoorden staan bij de 1e naamval vrouwelijk?

Kijk in schema A. Welke lidwoorden staan bij de derde naamval meervoud?

Kijk in schema B. Welke lidwoorden staan bij 3e naamval onzijdig?

Kijk in schema B. Welke lidwoorden staan bij de 4e naamval vrouwelijk?

Oefenen!

Aufgabe 12 und 13, Seite 105 

Aufgabe 14, 15 und 16, Seite 106