In films maken ze ook gebruik van sleutelprikkels of supranormale prikkels. Bekijk de afbeelding. Van welk soort prikkel hebben ze hier gebruik gemaakt?
A
Van een sleutelprikkel
B
Van een supranormale prikkel
C
een respons
D
een reactie
Slide 6 - Quiz
Sleep de plaatjes naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
Slide 7 - Drag question
Gedrag
Respons op een prikkel
is een
is een
soorten prikkels
is
alles wat een mens
of doet
Signaal
Sleutelprikkel
Supernormale
prikkel
is een
Reactie van een
of een klier
vertonen geen gedrag
dus
invloed uit de omgeving of vanuit het
bevat info voor
roept altijd hetzelfde
op
een sleutelprikkel met
vaker / meer
...
...
...
...
...
...
...
spier
gedrag
soortgenoten
planten
lichaam
respons
dier
Slide 8 - Drag question
Begrippen paragraaf 4
Definitie
Begrip
De bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren.
Regelmatig terugkerende schommelingen in het externe of interne milieu
Een prikkel die een doorslaggevende rol seeplt bij het vormen van bepaald gedrag
Een prikkel die een sterkere motivatie en grotere kans op respons opwekken dan een gewone sleutelprikkel
Een intern systeem dat de slaap-waakritme van organismen bepaald
Gedrag dat kan worden uitgevoerd zonder dat het is aangeleerd
Erfelijk gedrag
Periodieke invloeden
Biologische klok
Supranormale prikkel
Sleutelprikkel
Motivatie
Slide 9 - Drag question
Na het horen van een knal gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
Conditionering
B
Inzicht
C
Gewenning
Slide 10 - Quiz
Is de prikkeldrempel bij gewenning hoger of lager geworden?
A
hoger
B
lager
Slide 11 - Quiz
Je ruikt eerst een vieze lucht wanneer je een lokaal inkomt, maar na een tijdje niet meer (=gewenning). Hoe kan dat?
A
de drempelwaarde van de zintuigcellen wordt hoger
B
de drempelwaarde van de zintuigcellen wordt lager
C
de impulssterkte wordt lager
D
de impulsfrequentie wordt lager
Slide 12 - Quiz
Zebravinken nemen stukken over uit liedjes die ze horen als volwassen vinken zingen. Ze zingen vooral de liedjes die ze horen tussen de 25e en 65e dag nadat ze uit het ei kwamen. Van welke twee leerprocessen is hier sprake?
A
Conditionering en gewenning
B
Gewenning en inprenting
C
Inprenting en imitatie
D
Imitatie en conditionering
Slide 13 - Quiz
Bij een muis is gewenning opgetreden voor een bepaald hard geluid (zie de afbeelding). De muis reageert niet meer op het geluid. aVerwacht je een reactie als je deze muis aan een felle lichtflits blootstelt?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Begrippen
Definitie
Begrip
Gedrag dat wordt aangeleerd in een bepaalde korte periode van het leven van een dier
Een proces waarbij de kans op een reactie op een prikkel afneemt bij herhaaldelijke toediening van de prikkel.
Een leerproces waarbij een dier bepaald gedrag leert door het ervaren van straffen of beloningen.
Aangeleerd gedrag dat wordt geleerd door het nabootsen van het gedrag van soortgenoten.
Een aangeleerde natuurlijke respons op een kunstmatige prikkel.
Gedrag waarbij er een oplossing wordt bedacht voor een probleem vanuit ervaringen uit het verleden.