Woordenschat 3F - nieuw - 3

Woordenschat 3F
nieuw - 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat 3F
nieuw - 3

Slide 1 - Slide

Maak de uitdrukkingen compleet door één woord toe te voegen en zet een passend woord bij de omschrijving.

Slide 2 - Slide

Verandering van ....... doet eten

Slide 3 - Open question

Ruggespraak met iemand ......

Slide 4 - Open question

Iemand op rantsoen ....

Slide 5 - Open question

Iets over het hoofd ....

Slide 6 - Open question

Het onderspit ......

Slide 7 - Open question

Iemand iets op de mouw ......

Slide 8 - Open question

Naar de bekende weg ......

Slide 9 - Open question

Stank voor ......... krijgen.

Slide 10 - Open question

Iets aan de grote ......... hangen.

Slide 11 - Open question

Zijn ........ op iets stukbijten.

Slide 12 - Open question

Gedane zaken nemen geen .....

Slide 13 - Open question

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Het alleenrecht om te handelen.
A
dilemma
B
monopolie
C
executie
D
synoniem

Slide 14 - Quiz

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Een ander woord met dezelfde betekenis
A
dilemma
B
monopolie
C
executie
D
synoniem

Slide 15 - Quiz

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Een moeilijke keus uit twee dingen/zaken
A
dilemma
B
monopolie
C
executie
D
vivisectie

Slide 16 - Quiz

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Een gemeente aan de rand van een grote stad.
A
randgemeente
B
randwijk
C
relikwie
D
randstad

Slide 17 - Quiz

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

De uitvoering van een doodvonnis.
A
relikwie
B
executie
C
integratie
D
vivisectie

Slide 18 - Quiz

Welke ........ moet je volgen als je een eigen bedrijf wilt beginnen?

Vul het juiste woord in.
A
instructie
B
schema's
C
cultuur
D
procedure

Slide 19 - Quiz

In dit bedrijf is het … verziekt: mensen doen alleen hun eigen werk en willen elkaar niet helpen. Er wordt ook nooit samen koffiegedronken of geluncht: iedereen werkt voor zich.

Welk woord past in de zin?
A
werkoverleg
B
werkklimaat
C
werkrooster
D
ondernemingsbeleid

Slide 20 - Quiz

De voorzitter stuurt de deelnemers de ...... van de komende vergadering toe.

Welk woord past in de zin?
A
actielijst
B
notulen
C
agenda
D
vergadering

Slide 21 - Quiz

3F Beeldspraak 1 - Woordenschat
Lezen: alle theorieblokken


Maken:
Opdracht 5 Wat betekent dit? - vraag 4,5
Opdracht 6 Gatentekst - vraag 6
Opdracht 9 Synoniemen - vraag 11,12

Slide 22 - Slide

3F Beeldspraak 2 - Creatief met taal
Lezen: alle theorieblokken

Maken:
Opdracht 5 Beeldspraak in songtekst - vraag 6,7,8
Opdracht 7 Verkeerd gebruikt - vraag 13
Opdracht 8 Verhaspeling - vraag 14,15,16,17
Opdracht 9 Straattaal - vraag 18,19,20,21






Slide 23 - Slide

Dinsdag 2 april
- BOEKTOETS
-DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
(start om 14.00 uur)

Slide 24 - Slide