Herhaling H9 Negatieve getallen april

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Negatieve getallen

Even checken of je het begrepen hebt :)

Wat gaan we doen?

*PW IS NOG NIET NAGEKEKEN

*H9 Negatieve getallen herhalen

*KEUZE: - THEORIE /VRAGEN in lesson up

                   -ZELFSTANDIG aan de slag

Wat moet je kennen en kunnen

- Je moet negatieve getallen kunnen optellen

- Je moet negatieve getallen kunnen aftrekken

- Je kunt vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen

- Je kunt kwadraten en machten berekenen als het grondtal negatief is

DENK AAN DE REKENVOLGORDE!!!

Als gevraagd wordt naar de uitkomst van de som

Zonder spaties, dus -3 bijvoorbeeld gewoon aan elkaar!

Voor kommagetallen gebruik je een , geen . dus bijvoorbeeld 3,5

OPTELLEN EN AFTREKKEN 

+ + = +    5 + 7 >> warmer >> 5 + 7 = 12

+ - = -     5 + -7 >> kouder >> 5 - 7 = -2

- + = -     5 - +7 >> kouder >> 5 - 7 = -2

- - = +     5 - -7 >> warmer >> 5 + 7 = 12   

+ - betekent:

1. +
2. -

- - betekent:

1. +
2. -

-3 + -7 =

1 - -19 = ...

1,3 + -8,4 = ...

-5 - ... = 40

Bereken en kies een antwoord

1. 43
2. -6
3. -43
4. 6

vermenigvuldigen

Delen

negatief x negatief =

1. Positief
2. Negatief

5 x -10 = ...

-4 x -8 =...

28 : -4 =

-81 : -9 = ..

Machten

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 

2​6​​

Oneven exponent

Even exponent

                                        

                 

Machten met een negatief grondtal

2​3​​=2⋅2⋅2=8

(−2)​3​​=−2⋅−2⋅−2=−8

−2​3​​=−(2⋅2⋅2)=−8

-2 is het grondtal, dus negatief

2 is het grondtal, dus positief

antw = altijd negatief

2​4​​=2⋅2⋅2⋅2=16

(−2)​4​​=−2⋅−2⋅−2⋅−2=16

−2​4​​=−(2⋅2⋅2⋅2)=−16

-2 is het grondtal, dus positief

2 is het grondtal, dus positief

antw = altijd negatief

Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. tussen de Haakjes 
2. Machten (dus ook Kwadateren)
3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Sleep de juiste berekeningen bij de machten.

−12​2​​=

1. -24
2. 24
3. -144
4. 144

(−6)​2​​=

1. -12
2. 12
3. -36
4. 36

(−1)​21​​

4+(6+−2⋅2)​3​​=