This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
DOELEN
aan het einde van deze les heb je dit bereikt:
- Je begrijpt de basistheorie deel 1 van drama
- Je kunt de genoemde begrippen beter toepassen in praktijkopdrachten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
duizenden jaren geleden werden er al
theaters gebouwd
met tribunes, een speelvlak, coulissen, podium, backstage, decor, akoestiek, ...
Slide 4 - Slide
Welke theatertermen zie je hier allemaal?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
IMPROVISEREN doe je zo:
* SPELAANBOD doen (tekst en/of handeling)
* ACCEPTEREN (niet blokkeren)
* INCASSEREN (wat vindt jouw personage hier van?)
* REAGEREN (op wat je tegenspeler zegt, en hoe dat gezegd wordt)
Slide 7 - Slide
er zijn 4 basis emoties:
BOOS - BEDROEFD - BANG - BLIJ
Slide 8 - Slide
timer
0:20
welke EMOTIES zijn er allemaal af te leiden uit die 4 basis emoties?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Vul over jou zelf een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in (dus niet vanuit een personage, maar vanuit je zelf): "Ik wil.... omdat...., maar.... dus...."
Slide 13 - Open question
Vul nu een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in vanuit een verzonnen personage: "..... wil.... omdat...., maar.... dus...."
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Er zijn 4 soorten "conflicten", namelijk:
A
mimiek, houding, beweging, actie
B
non verbaal, verbaal, fysiek, ruzie
C
innerlijk, onderling, object, omgeving
D
verleden, heden, toekomst, nu
Slide 18 - Quiz
Een "tableau" is:
A
een stilstaand plaatje met houding en mimiek, zonder beweging en geluid
B
een decor met verschillende attributen en lichteffecten
C
een extreme emotie die steeds groter gespeeld wordt
D
de onzichtbare wand tussen de acteurs en het publiek
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Bedenk zelf de basis voor een scene met de 5W's en vul in: wie-wat-waar-wanneer-waarom
Slide 21 - Open question
wanneer vind jij iemand een GOEDE ACTEUR / ACTRICE?
Slide 22 - Mind map
Vaktermen uit film & fotografie:
* KADER: totaal - medium - close up
* PERSPECTIEF: kikker - vogel - ooghoogte
Let verder op:
- mobieltje liggend houden (horizontaal)
- licht (geen tegenlicht)
- achtergrond (wat is allemaal in beeld?)
- maak een aantal foto's, kijk kritisch en kies de beste
Slide 23 - Slide
Maak een TOTAAL foto zonder personen vanuit VOGEL-PERSPECTIEF
Slide 24 - Open question
Maak een CLOSE UP (=detail) foto van iets uit je tas
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
HEB JE DE LES DOELEN BEREIKT? Je begrijpt de basistheorie van drama en je kunt de genoemde begrippen beter toepassen bij praktijkopdrachten.
JA: Ik snap alles en kan het goed toepassen
BEST WEL: Ik weet nu meer dan voor deze les en kan het beter toepassen
EEN BEETJE, maar ik moet het wel blijven herhalen voordat ik het kan toepassen
NEE: Ik snap er weinig van, ik moet dus vragen stellen en zelf aan de slag
SORRY, WAT? Ik sliep of was iets anders aan het doen