Week 34 les 1 - startles

Nederlands 
4 mavo
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
4 mavo

Slide 1 - Slide

Nederlands in 4 mavo
Schoolexamen en Centraal examen

  • Spelling en formuleren
  • Mondelinge taalvaardigheid (discussie voeren + presenteren)
  • Lezen (fictie + poëzie)
  • Kijken en luisteren
  • Begrijpend lezen en schrijven > EINDEXAMEN



Slide 2 - Slide

Examendossier

Slide 3 - Slide

Opvallend?

  • Geen boek
  • Spelling eerst P/F-toetsen
  • Nederlands examenjaar werkt met stencils. Snelhechter, MOET MEE!
  • Onderdelen tellen allemaal mee voor je examen.
  • 15% meegenomen vanuit 3 mavo. Wie staat er onvoldoende?
  • In totaal is de 100 procent cijfers 50 procent waard. Je Centraal examen is de andere 50 procent.

Slide 4 - Slide

Wat neem je elke les mee?
pen/etui
snelhechter Nederlands
iets te lezen (boek of tijdschrift)

Slide 5 - Slide

Planning periode 1
Spelling

Discussie

Formuleren

Start boekproject

Enquête lezen

Slide 6 - Slide

Start Spelling

Slide 7 - Slide

Start Spelling
  • Hoofdletters (mevrouw De Vos)
  • Dicteewoorden (wat betekent het + hoe schrijf je het)
  • Meervouden (bacteriën of bacterieën?)
  • Aan elkaar of los (er op/erop)
  • Speciale tekens: koppelteken (zomer- en herfstvakantie), trema (kopiëren) en apostrof ('s morgens)
  • Werkwoordspelling 

Slide 8 - Slide

Hoofdletters
Wat weet je nog?

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste spelling?
A
Mevrouw van Dongen gaat verhuizen.
B
Mevrouw Van Dongen gaat verhuizen.

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
16 Jaar geleden werd hij geboren.
B
16 jaar geleden werd hij geboren.

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Vandaag hebben we Geschiedenis, Frans en Wiskunde.
B
Vandaag hebben we Geschiedenis, Frans en wiskunde.
C
Vandaag hebben we geschiedenis, Frans en wiskunde.
D
Vandaag hebben we geschiedenis, frans en wiskunde.

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Ik ben in Juli jarig.
B
Ik ben in juli jarig.

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
In de zomer hebben we een middeleeuws kasteel bezocht.
B
In de zomer hebben we een Middeleeuws kasteel bezocht.

Slide 14 - Quiz

Hoofdletters
Begin van de zin in principe altijd met een hoofdletter, behalve
  • als de zin met een getal begint
  • als de zin met een apostrof begint 

16 jaar geleden werd hij geboren.
's Morgens sta ik altijd om acht uur op. 

Slide 15 - Slide

Hoofdletters
Voornaam? Altijd met een hoofdletter. 
Achternaam? Altijd met een hoofdletter.
Tussenvoegsel? Alleen met een hoofdletter als de voornaam er niet staat. 
(Uitzondering: 'El')

Jorinde de Vos
Beste mevrouw De Vos
Mohamed El Bakali





Slide 16 - Slide

Altijd met een hoofdletter
Aardrijkskundige namen (straten, plaatsen, landen, provincies, rivieren) 
Religieuze plekken en feestdagen (Fatih Moskee, Ichthuskerk, Kerstmis, Ramadan)
Planeten (Mars, Pluto, Jupiter)
Historische gebeurtenissen (Tweede Wereldoorlog, Eerste Golfoorlog)
Merken (Calvé, Pepsi, Albert Heijn)
Boeken, kranten, films en series (Titanic, De grijze jager, De Volkskrant, Squid Game)

Slide 17 - Slide

Nooit een hoofdletter
Seizoenen, dagen, maanden en windstreken (herfst, juni, maandag, noorden)

Religieuze groeperingen (christelijk, islam)

Samenstellingen van religieuze feesten (kerstvakantie, paasweekend)

Tijdperken (middeleeuwen, prehistorie)


Slide 18 - Slide

Spelling H1
Naam + klas op je boekje

Maak opdracht 1 (blz. 3 + 4):
Verbeter de zinnen door hoofdletters te plaatsen waar nodig. 

Slide 19 - Slide

Huiswerk


Opdracht 'Hoofdletters' afmaken (blz. 3 + 4)

Enquête invullen (link via Teams)

Slide 20 - Slide