Dorpskrant: samenstellingen en samentrekkingen extra oefeningen


Nederlands - Periode 3

De Dorpskrant - Les 5 extra oefeningen
Creatief schrijven & Spelling

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson


Nederlands - Periode 3

De Dorpskrant - Les 5 extra oefeningen
Creatief schrijven & Spelling

Slide 1 - Slide

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

verkeer + slachtoffer

Slide 2 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

tarwe + korrel

Slide 3 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

spin + web

Slide 4 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

slijtage + plek

Slide 5 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

recht + zaal

Slide 6 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

collecte + bus

Slide 7 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

linzen + soep

Slide 8 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

lachen + bek

Slide 9 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

gemeente + huis

Slide 10 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

waarde + oordeel

Slide 11 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

bakke + baard

Slide 12 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

arm + lui

Slide 13 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

gedaante + verandering

Slide 14 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude schoenen en nieuwe schoenen

Slide 15 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

zondagen en feestdagen

Slide 16 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

dinsdagmorgen en woensdagmorgen

Slide 17 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude mensen en jonge mensen

Slide 18 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

kattenvoer en hondenvoer

Slide 19 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

leesboeken en werkboeken

Slide 20 - Open question