WK23-2 Klimaat herhaling 2

Wk23-2 Klimaat
Herhaling 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wk23-2 Klimaat
Herhaling 2

Slide 1 - Slide

Deze les
Programma van vandaag
  • Nabespreken thema D v.a. 3b
  • Leertips voor de toets
  • Oefenvragen

Lesdoelen: aan het einde van deze les...
  • Weet je wat en hoe je kan leren voor de toets.
  • Heb je geoefend voor de toets.

Maandag 10 juni toets! 
Wat heb je nodig:
  • Pen en papier
  • Boek de Geo
  • iPad 

Slide 2 - Slide

Nabespreken thema D (vanaf 3b)
Controleer je antwoorden:
- Klopt je antwoord?
- Is je antwoord volledig?

Slide 3 - Slide

Leertips!
  • Weet welke B-nummers je moet kennen. Deze staan op pagina 1 van de opdrachten. B112 (plooiingsgebergte) hoef je niet te kennen.
  • Lees tekst in De Geo bij de B-nummers in het boek goed door.
  • Leer de begrippen bij de B-nummers (blauw = nieuw begrip waarvan de betekenis erbij staat, zwart = begrip dat bij een ander B-nummer uitgelegd wordt)
  • Oefen de leerdoelen uit de LessonUp's. Kan je alle leerdoelen zonder hulpmiddelen uitleggen?
  • Neem de LessonUp's nog een keer goed door.
  • Maak de opdrachten nog een keer zonder hulpmiddelen.

Slide 4 - Slide

Quizvragen in LessonUp
1. Log in op LessonUp.

2. Maak de vragen zonder schrift, boek of andere hulpmiddelen.

3. Noteer in je schrift de onderwerpen waar je nog niet zoveel van af weet zodat je die extra kan leren. 

Slide 5 - Slide

Lage breedte
Hoge breedte
Aardas
Evenaar

Slide 6 - Drag question

Hoe noem je de luchtlaag rond de aarde?

Slide 7 - Open question

Welk seizoen is het hier op het zuidelijk halfrond?

Slide 8 - Open question

Hierdoor zijn er verschillende seizoenen op aarde:
A
De zon draait om de aarde heen
B
De dampring houdt warmte vast
C
De stand van de aarde is scheef
D
De zon veranderd van sterkte per seizoen

Slide 9 - Quiz

Reykjavik (IJsland) ligt op...
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 10 - Quiz

Temperatuurfactoren: "hoe hoger, hoe kouder" gaat over...
A
Hoogteligging
B
Ligging t.o.v. zee
C
Breedteligging
D
Gebergten

Slide 11 - Quiz

Temperatuurfactoren: "hoe verder van de evenaar, hoe kouder" gaat over de...
A
Hoogteligging
B
Ligging t.o.v. zee
C
Breedteligging
D
Gebergten

Slide 12 - Quiz

Temperatuurfactoren: "de aanvoer van warmte of koude van elders" gaat over de...
A
Hoogteligging
B
Wind en zeestromen
C
Breedteligging
D
Gebergten

Slide 13 - Quiz

Temperatuurfactoren: "wel of geen beschutte ligging" gaat over de...
A
Hoogteligging
B
Wind en zeestromen
C
Breedteligging
D
Gebergten

Slide 14 - Quiz

Per 1000m dat je stijgt, wordt het .... graden kouder

Slide 15 - Open question

Bergen kennen een .....zijde en een .....zijde.

Slide 16 - Open question

Deze wind komt vanaf zee.
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 17 - Quiz

Aan deze kant van de berg is het relatief droog.
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 18 - Quiz

Deze regens komen voor rond de evenaar.
A
Stijgingregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regens

Slide 19 - Quiz

Regens die ontstaan door de botsing van twee luchtsoorten noem je...
A
Stijgingregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regens

Slide 20 - Quiz

Deze regens komen voor bij hooggebergtes
A
Stijgingregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regens

Slide 21 - Quiz

Op deze afbeelding zie je...

Slide 22 - Open question

Alpenweide
Eeuwige sneeuw
Loofboomgordel
Rotsgordel
Naaldboomgordel

Slide 23 - Drag question

Extra oefenen
Wat: maak de vragen op de volgende dia's. Noteer je antwoorden in je schrift of op je iPad.

Hoe:
  • Lees de vragen op de volgende dia's door. 
  • Beantwoord de vragen.
  • Check na elke vraag: is de vraag volledig beantwoord? Heb je de juiste begrippen gebruikt?
  • Klaar? Kijk zelf de antwoorden na met het antwoordmodel in Teams.
  • Markeer de vragen die je niet wist of niet goed hebt gemaakt. Zo krijg je zicht in wat je al weet en waar je nog voor moet leren.

Wie: jij alleen
Tijd: In de les of thuis tijdens het leren

Resultaat: je hebt zicht op wat je al weet en wat nog niet. Ga vooral ook datgene leren wat je nog niet zo goed wist. 

Slide 24 - Slide

Oefenvragen
  1. Leg uit waarom er verschillende klimaten zijn op aarde.
  2. Leg uit wat het verschil is tussen 'weer' en 'klimaat'.
  3. Leg uit waarom er seizoenen zijn op aarde aan de hand van de stand van de aardas en de breedtecirkels.
  4. Noteer 5 factoren die invloed hebben op de temperatuur.
  5. Leg uit hoe de breedteligging zorgt voor temperatuurverschillen.
  6. Wat zijn luchtstreken en welke er zijn?
  7. Wat zijn de verschillende hoogtegordels op een berg? Welke zijn er?
  8. Noteer per hoogtegordels éen of meer kenmerken.

Slide 25 - Slide

Oefenvragen
9. Met hoeveel graden neemt de temperatuur af als je 1.000 meter               omhoog klimt?
10. Leg uit waarom de opwarming en de afkoeling van land anders is           als die van water.
11. Leg uit hoe aanlandige en aflandige winden invloed hebben op de         temperatuur. Geef een voorbeeld van beide.
12. Leg uit hoe de Golfstroom invloed hebben op de temperatuur in             Europa.
13. Leg uit hoe gebergte de temperatuur kunnen beïnvloeden en geef          een voorbeeld van Noorwegen.

Slide 26 - Slide

Oefenvragen
14. Leg uit wat stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regens zijn.
15. Wat is een klimaatdiagram is en welke gegevens kan je hierop                 aflezen?
16. Wat zijn de 5 klimaatzones van Köppen?
17. Welk klimaat staan de volgende afkortingen voor:
  • Cf
  • BW
  • As
  • Dw
  • ET

Slide 27 - Slide

Terugblikken
Lesdoelen: aan het einde van deze les...
  • heb je de vragen van thema C en D nagekeken;
  • weet je wat en hoe je kan leren voor de toets.

Slide 28 - Slide

Vooruitblikken
Volgende les
  • Leerdoelen
  • Blooket

Slide 29 - Slide