This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Fictie
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
- Je kunt personages en hun ontwikkeling beschrijven;
- Je kunt realistische, emotieve en morele argumenten onderscheiden;
- Je kunt je mening onderbouwen met bovenstaande argumten.
Slide 2 - Slide
Personages
Slide 3 - Mind map
Personages
Over een hoofdpersoon kom je te weten:
- wat hij denkt en voelt;
- wat zijn karaktereigenschappen zijn;
- hoe hij eruitziet;
- waar, hoe en met wie hij woont.
Slide 4 - Slide
Hoofdpersoon
- Meer karaktereigenschappen waardoor ze niet telkens op dezelfde manier reageren.
- Vaak veranderen ze door de gebeurtenissen, ze maken een karakterontwikkeling door.
- Round character
Slide 5 - Slide
Bijpersonen
- Veel minder informatie;
- meestal geen gedachten en gevoelens;
- veranderen niet en reageren vaak voorspelbaar;
- (vaak) flat characters.
Slide 6 - Slide
Wat hoort niet bij een round character?
A
Karakterontwikkeling
B
Je leest wat hij denkt en voelt.
C
Bijpersoon
D
Waar, hoe en met wie hij woont
Slide 7 - Quiz
Soorten argumenten
Je hebt al diverse malen je mening over een boek moeten geven. We gaan wat dieper hierop in, door te kijken wat voor soorten argumenten er zijn:
1. Emotieve argumenten
2. Realistische argumenten
3. Morele argumenten
Slide 8 - Slide
1. Emotieve argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie)
maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend - inleven
Slide 9 - Slide
2. Realistische argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven of jij een verhaal realistisch vindt. Beschrijf dan in hoeverre gebeurtenissen, personen of omstandigheden in een verhaal daadwerkelijk kunnen gebeuren.
geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel
Slide 10 - Slide
3. Morele argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen.
Goede voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken
Slide 11 - Slide
Wat voor een argument is: Het is vreemd dat zo'n gerucht bij de Nederlandse roddelpers terechtkomt.
A
Realistisch
B
Emotief
C
Moreel
Slide 12 - Quiz
Wat voor argument is: Het is walgelijk zoals de roddelpers reageert op dat laatste gerucht.
A
Realistisch
B
Emotief
C
Moreel
Slide 13 - Quiz
Wat voor argument is Ik vind het ontzettend sneu voor alle betrokkenen bij deze situatie.