Les 2 Interne schriftelijke communicatie

Les 2 Interne schriftelijke communicatie
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Les 2 Interne schriftelijke communicatie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
week 16 - Les  1. externe schriftelijke communicatie 
week 17 - Les 2. internet schriftelijke communicatie 
week 20 - Les 3. 
week 21 - Les 4. webcare
week 22 - Les 5. Schrijven voor een website
week 23 - Les 6. SWOT analyse
week 24  - Les 7. Canvas model
week 25  - Bufferweek 

Slide 2 - Slide

Interne communicatie

Intranet​
e-mail ​
Een mededelingenbord ​
Brieven​
Folders, flyers of brochures​
Een personeelsblad​
Memo´s en rapporten ​
Introductieboekje







Slide 3 - Slide

Verschil tussen interne en externe communicatie?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen interne en externe communicatie?
Interne communicatie is communicatie binnen een bedrijf, bijvoorbeeld onderling overleg tussen werknemers of vergaderingen. 
Externe communicatie is communicatie met de buitenwereld, bijvoorbeeld een reclamefolder of de website van een bedrijf.

Slide 5 - Slide

Schriftelijke communicatie
Voordelen:​
Je kunt nadenken over je woorden​
Je kunt dingen teruglezen​
Je kunt het bewaren en archiveren​
Het kan dienen als bewijs van iets wat je bijvoorbeeld hebt afgesproken​
Je kunt het naar meerdere mensen tegelijk sturen

Slide 6 - Slide

Nadelen schriftelijke communicatie:
- je kunt niet meteen reageren​

- het verloopt niet spontaan​
- je ziet de non-verbale communicatie niet

Wanneer is dit anders?

Slide 7 - Slide

Het schrijven van een e-mail
Dingen die je moet afvragen voor het schrijven van een mail:​

Waarom ga ik schrijven?​
Aan wie ga ik schrijven?​
Wat ga ik schrijven?​
Hoe ga ik schrijven?​



Slide 8 - Slide

Adressering e-mail: ​

Aan: de e-mail adressen voor wie de e mail bestemd is​
CC: de e-mail adressen die je wilt informeren over het bericht maar geen reactie verwacht.​
BCC: hetzelfde als de CC maar de e-mailadressen zijn niet zichtbaar voor de ontvanger


Slide 9 - Slide

Standaard vragen voor de inhoud:​

Over wie of waarover gaat het?​
Waar gebeurt het?​
Hoe gebeurt het?​
Waarom gebeurt het?​
Om hoeveel mensen haat het? ​
Wat kost het?​
Wat is/zijn het gevolg/de gevolgen?​
Wat zijn de voordelen/nadelen?​
Wat is de eigen mening?​








Slide 10 - Slide

Indeling van verslag
Titelpagina​: wat schrijf je daar op?
Voorwoord​: wat schrijf je daar?
Inhoudsopgave​: automatisch
Inleiding​

Conclusie en bibliografie (indien van toepassing)
Bijlagen







Slide 11 - Slide

Teksten redigeren
Is de opbouw van de tekst logisch?​
Is de tekst niet te breedvoerig?​
Wordt er niet te veel van het onderwerp​
Is de toonzetting correct en past deze bij de doelgroep​
Worden er onnodige moeilijke woorden gebruikt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link