What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling les 11
Deel 1: werkwoorden
In de volgende oefening kun je tegenkomen: de persoonsvorm in de
verleden tijd
of het werkwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Let op: ook als er geen tijdsaanduiding in de zin staat, kies je hier dus de verleden tijd bij de persoonsvorm.
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deel 1: werkwoorden
In de volgende oefening kun je tegenkomen: de persoonsvorm in de
verleden tijd
of het werkwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Let op: ook als er geen tijdsaanduiding in de zin staat, kies je hier dus de verleden tijd bij de persoonsvorm.
Slide 1 - Slide
Het ... (verwachten) succes bleef uit.
Slide 2 - Open question
Hans ... (beantwoorden) alle vragen een voor een.
Slide 3 - Open question
Die ... (verachten) student haalde toch veel punten.
Slide 4 - Open question
De ... (vermelden) namen waren niet goed te lezen.
Slide 5 - Open question
Heb jij de ... (verloten) boeken meegenomen?
Slide 6 - Open question
De sportparkeigenaar ... (verpachten) de kantine.
Slide 7 - Open question
Het ... (stranden) schip was een heuse attractie.
Slide 8 - Open question
De timmerman ... (vergoeden) alle beschadigde materialen.
Slide 9 - Open question
Die hardloper ... (verwonden) zich aan een uitstekende tak.
Slide 10 - Open question
Het toenemend drankgebruik onder jongeren ... (verontrusten) mij toen al.
Slide 11 - Open question
Ik weet dat zij niet veel waarde ... (hechten) aan zijn complimenten.
Slide 12 - Open question
Connie ... (besteden) veel tijd aan de voorbereiding.
Slide 13 - Open question
Het ... (witten) plafond ziet er heel goed uit.
Slide 14 - Open question
Jos ... (verleiden) ons mee te doen aan die actie.
Slide 15 - Open question
Ik heb onze ... (haten) buurman toch uitgenodigd.
Slide 16 - Open question
Deel 2: i, ie, ij, ei of y
Neem elk woord met ontbrekende letters over en vul daarbij de juiste letters in: een -i, -ie, -ij, -ei, of -y.
Slide 17 - Slide
uit de anon_miteit treden
Slide 18 - Open question
het ziet er appet_telijk uit
Slide 19 - Open question
dat is as_mmetrisch
Slide 20 - Open question
zij lijdt aan boul_mie
Slide 21 - Open question
iemand tuto_eren
Slide 22 - Open question
in het lab_rint verdwalen
Slide 23 - Open question
we drinken iets in de fo_er
Slide 24 - Open question
het m_sterieuze verhaal
Slide 25 - Open question
de b_zondere gebeurtenis
Slide 26 - Open question
ik koop een souven_r
Slide 27 - Open question
Wat heb je nu geoefend?
woorden met -i, -ie, -ij, -ei, of -y
Deze woorden moet je kennen, we noemen dat ook wel 'weetwoorden'. Je moet weten welke letters bij welk woord horen, daar zijn geen regels voor.
Welke weetwoorden wist jij niet? Schrijf die nog een aantal keren (minimaal 5x per woord) correct over in een oefenschrift.
Slide 28 - Slide
Einde oefenles
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Spelling les 9
April 2020
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Blok 1 - Spelling - les 2 - 1KGT - au/ou, ij/ei
September 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
NU Ned 1F 2F Deel B H4 2 f-ie-ch-achtervoegsels-y-k-g-weetwoorden
May 2023
- Lesson with
20 slides
Blok 1 - Spelling - les 2 - 1KGT - au/ou, ij/ei
September 2020
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Spelling les 3
April 2020
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Spelling les 1
March 2020
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Extra klanken
12 days ago
- Lesson with
26 slides
H4 Spelling meervouden op -s
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1