M3: lezen nakijken en vervolg 3.3

M3 Lezen 3.3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M3 Lezen 3.3

Slide 1 - Slide

Planning
Kwartier lezen
Herhaling en nakijken  
Leesvaardigheid 3.3 vervolg
Opdrachten

TOETS: in de toetsweek (3.3, 3.5 en 4.3)
BOEKOPDRACHT: 16 april

Slide 2 - Slide

Lezen
Boekopdracht inleveren: 16 april
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Terugblik
Betoog (subjectief, driedeling, argumenten)
Doel: overtuigen van mening

Slide 4 - Slide

Samen nakijken 1, 3, 5, 6
Eerst huiswerkcontrole

Slide 5 - Slide

Samen nakijken 1, 3, 5, 6
1. a. Met argumenten maak je duidelijk waar je mening op gebaseerd is.
b In betogende teksten vind je altijd een mening met argumenten.
c Mat argumenten bewijs je je mening. Je argumenten bepalen of je mening klopt.

3a. Tekst 1 is een ingezonden brief. Er staat een titel boven. Uit krant
b  ‘Goed idee om kinderen dieren te laten leasen.’
c Er staan twee argumenten bij: ‘Zo kun je zien of de glans er na een tijdje afgaat’ en ‘of het überhaupt wel wat voor je is.’
d De voorlaatste zin bevat een mening: ‘Het zou voor volwassenen en hun (eventuele) toekomstige partners ook een goede constructie zijn.’
 e ‘Er zou een hoop ellende bespaard kunnen worden.’ 


Slide 6 - Slide

Samen nakijken 1, 3, 5, 6
5a (Iemand van) de Sophia-Vereeniging is de schrijver.
b ‘Dit moet stoppen, vinden wij van de Sophia-Vereeniging en dat kan alleen door een verbod op de huisdierenhandel.’
c In alinea 2 en 3 staan de argumenten.
dHet slot begint bij alinea 4. 

6a De schrijver wil dat de lezer de petitie tekent en deelt met zijn kennissen.
b De eerste zin: ‘Huisdieren worden vaak ondoordacht aangeschaft.’
c { C oorzaken en gevolgen
d De eerste zin: ‘Ondertussen worden er voor de verkoop volop dieren gefokt onder erbarmelijke omstandigheden.’


Slide 7 - Slide

Samen nakijken 1, 3, 5, 6
6e De rest van alinea 3 geeft voorbeelden van de erbarmelijke omstandigheden.
f In alinea 2 gaat het over het gedrag van kopers van huisdieren en in alinea 3 over het gedrag van fokkers van huisdieren.
g Het is vooral objectieve informatie. Er worden vooral feiten  genoemd en je kunt de informatie controleren met onderzoeken en rapporten van bijvoorbeeld de Dierenbescherming.
h Bijvoorbeeld: ‘aandoenlijk dierensnuitje’ (r. 15); ‘erbarmelijke omstandigheden’ (r. 26); ‘gruwelijke wijze’ (r. 32).
i ‘Daarmee’ verwijst naar ‘de verkoop van dieren in winkels en via het internet te verbieden’
j Dan wordt de petitie door meer mensen ondertekend, een bewijs voor een groot maatschappelijk draagvlak. 


Slide 8 - Slide

Functie inleiding tekst

Slide 9 - Mind map

En de functie van een slot?

Slide 10 - Open question

3.3 Functies inleiding
Inleiding: aandacht lezer trekken

Andere functies die een inleiding kan hebben:
• het onderwerp noemen;
• de aanleiding noemen, aangeven waarom de tekst is geschreven;
• een vraag stellen, die later in de tekst wordt beantwoord;
• de mening geven, die later in de tekst beargumenteerd wordt;
• een samenvatting van de inhoud geven.

Slide 11 - Slide

3.3 functies slot
• een conclusie of een samenvatting van de inhoud geven;
• een advies of een waarschuwing geven.

Slide 12 - Slide

Wat is dit voor stukje tekst?

Slide 13 - Slide

Tussenkopjes
In langere teksten worden vaak tussenkopjes gebruikt om de leesbaarheid van de tekst te verhogen.

• Een tussenkopje kan het deelonderwerp noemen van een of meer alinea’s. 
• Een tussenkopje kan ook belangrijke informatie noemen over een deelonderwerp.

Slide 14 - Slide

Aan de slag in je werkboek! In stilte
3.3
7, 8, 9  a t/m d, 10, 11

Klaar? Verder met test jezelf 1.3 en 2.3

Slide 15 - Slide