200413 bespreken toets

Welkom bij Nederlands!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

We beginnen met 10 minuten lezen.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Bespreken toets grammatica zinsdelen met de groep die aanwezig is.

Ben jij nu thuis? Dan mag je afsluiten. Komende vrijdag starten we met de spreekbeurten, succes met de voorbereiding!

Slide 3 - Slide

1. Welke uitspraak over de persoonsvorm is waar? (1p)
A Om de persoonsvorm te vinden kun je het getal van de zin veranderen. Het
  werkwoord dat niet verandert, is de persoonsvorm.


B Om de persoonsvorm te vinden kun je de zin in een andere tijd zetten. Het
     werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.


C Om de persoonsvorm te vinden kun je elke zin vragend maken. Het eerste
 woord in de zin is dan de persoonsvorm.

Slide 4 - Slide

2. Noteer de onderdelen waaruit een werkwoordelijk gezegde kan bestaan. (1p)

Slide 5 - Slide

3. Welke uitspraak over het lijdend voorwerp is waar? (1p)

A Het lijdend voorwerp kan met een voorzetsel beginnen.
B Het lijdend voorwerp kun je alleen vervangen door ‘iets’.
C Het lijdend voorwerp van een zin kun je vinden met de vraag ‘Wat (of Wie) +  werkwoordelijk gezegde + onderwerp?’.

Slide 6 - Slide

4. Zijn de beweringen waar of niet waar? Noteer dit voor elke bewering.


a. Elk zinsdeel uit een zin kan je meerdere keren benoemen.


b. Vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt, zijn geen bijwoordelijke bepaling.

c. Een meewerkend voorwerp begint altijd met ‘aan’ of ‘voor’.

Slide 7 - Slide

5. Welke verdeling in zinsdelen is juist? (1p)
A Waarom | neemt | hij | zijn telefoon | nooit | op | tijdens een lesuur?


B Waarom | neemt | hij | zijn telefoon nooit | op | tijdens een lesuur?


C Waarom | neemt hij | zijn telefoon | nooit op | tijdens een lesuur?


D Waarom | neemt | hij | zijn telefoon | nooit | op tijdens een lesuur?

Slide 8 - Slide

Vraag 6
 Afgelopen winter belden mijn ouders en de buren de ANWB op voor pechhulp. 

pv =
ow =
wg =

Slide 9 - Slide

Vraag 7
a. De docent sprak de leerling voor de les aanmoedigend toe.
b. Vanwege de Dutch Grand Prix moet Zandvoort waarschijnlijk extra treinen voor de supporters inzetten.
c. Dat nieuwe boek van Cis Meijer hadden de leerlingen in één keer uitgelezen tijdens de vakantie.
d. Op welk eiland zal Expeditie Robinson afspelen na dit natte seizoen?

Slide 10 - Slide

Vraag 8
Welke werkwoorden kunnen géén meewerkend voorwerp bij zich hebben?

A    kletsen
B    uitrusten
C   doneren
D    bezorgen

Slide 11 - Slide

Vraag 9
In welke zin is ‘voor de jarige’ een bijwoordelijke bepaling? Leg vervolgens uit waarom in de andere zin ‘voor de jarige’ geen bijwoordelijke bepaling is.

 A Iedereen zong voor de jarige een mooi verjaardagsliedje
B Iedereen stond voor de jarige om haar het cadeautje te geven. 

Slide 12 - Slide

Vraag 10
Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb) uit de volgende zin. Zet een streepje (-) als er geen bijwoordelijke bepaling in de zin zit.

Ook zangeres Zendaya heeft gisteren in New York een Teen Choice Award
  gewonnen.
          bwb = […]
          bwb = […]
          bwb = […]

Slide 13 - Slide