2 B-K-GT MARDI 5 JANVIER

MARDI 5 JANVIER
let goed op!
Matien en Jonas maken alleen de groene dia's!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

MARDI 5 JANVIER
let goed op!
Matien en Jonas maken alleen de groene dia's!

Slide 1 - Slide

il est deux heures
A
02:00
B
02:15
C
02:30
D
02:45

Slide 2 - Quiz

il est trois heures et demie
A
02:30
B
03:30
C
04:30
D
05:30

Slide 3 - Quiz

il est huit heures et quart
A
08.30
B
08.00
C
08.45
D
08.15

Slide 4 - Quiz

il est midi
A
11:00
B
12:00 ('s middags)
C
01:00
D
00:00 ('s nachts)

Slide 5 - Quiz

il est dix heures moins le quart
A
10:15
B
10:10
C
11:45
D
9:45

Slide 6 - Quiz

leesvaardigheid
pak je tekstboek op blz 32 en je werkboek op blz 62
opdracht 27
we doen 27 a & b samen
c &d zelfstandig
e samen
opdracht 28 zelfstandig

Slide 7 - Slide

la santé
A
de saté
B
de gezondheid

Slide 8 - Quiz

l'hopîtal
A
het hospice
B
het ziekenhuis

Slide 9 - Quiz

marcher
A
lopen
B
rennen

Slide 10 - Quiz

je m'entraîne
A
mijn trainingspak
B
ik train

Slide 11 - Quiz

les légumes
A
de groenten
B
de leguaan

Slide 12 - Quiz

la viande
A
het vlees
B
de viandel

Slide 13 - Quiz

fatigué
A
lui
B
moe

Slide 14 - Quiz

par jour
A
per dag
B
per nacht

Slide 15 - Quiz

rien
A
alles
B
niets

Slide 16 - Quiz

venir
A
gaan
B
komen

Slide 17 - Quiz

la date
A
het afspraakje
B
de datum

Slide 18 - Quiz

dommage
A
jammer
B
onhandig

Slide 19 - Quiz

een zin vragend maken
Tu as mal à la tête.
1 plak er een vraagteken achter:
Tu as mal à la tête?

2 zet er Est-ce que  voor
Est-ce que tu as mal à la tête?

Slide 20 - Slide

maak vragend (2 manieren)
Tu manges bien

Slide 21 - Open question

maak vragend (2 manieren):
Tu fais du sport

Slide 22 - Open question

maak vragend (2 manieren):
Elle est en forme

Slide 23 - Open question

maak vragend (2 manieren):
Vous mangez de la viande

Slide 24 - Open question

zet in de juiste volgorde:
du waterpolo-- est-ce que --fait--Theo--?

Slide 25 - Open question

zet in de juiste volgorde:
trois fois- il - par semaine- s'entraine-?

Slide 26 - Open question

zet in de juiste volgorde:
mange-- est-ce qu' -- beaucoup--il--de fruits--?

Slide 27 - Open question

zet in de juiste volgorde:
par nuit-il-dort-dix heures?

Slide 28 - Open question