Les 9 §11 zinsdeelzinnen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige les 

* oefeningen §11 zinsdeelzinnen

* oefeningen (lesboek + schrift)

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* in een samengestelde zin de verschillende zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

§11 zinsdeelzinnen

Zinsdeelzinnen

Zinsdeelzinnen zijn bijzinnen die een onderdeel zijn (ow, lv, mv, bwb) van de hoofdzin. 

Zo’n zinsdeel met een persoonsvorm erin heet een zinsdeelzin: onderwerpszin (ow-zin), lijdendvoorwerpszin (lv-zin), meewerkendvoorwerpszin (mv-zin), bijwoordelijkebepalingszin (bwb-zin), meestal bijwoordelijke bijzin genoemd. 

Zo vind je welk zinsdeel de bijzin is

1. Bepaal wat de hoofdzin (hz) is door de zin vragend te maken: de hoofdzin komt dan vooraan te staan.

2. Geef de grenzen van de bijzin(nen) aan.

3. Vul in plaats van de bijzin(nen) een woord(groep) in.

4. Ontleed de hoofdzin en stel vast welk zinsdeel de ingevulde woordgroep is.

5. De bijzin (bz) is hetzelfde zinsdeel als de ingevulde woordgroep.

Terugblik

§11 zinsdeelzinnen 

Opdracht 1 t/m 3 bespreken

Opdracht 1

a Yassir houdt een fotodagboek bij, dat hij tijdens elke vakantie maakt.

b Het is ongezond om te eten, terwijl je televisie kijkt.

c Als het goed is, worden mijn sneakers morgen bezorgd.

d Dat Irma rekenen lastig vindt, weet ze goed geheim te houden.

e Een hertenjong is de eerste tien dagen na zijn geboorte geurloos, waardoor het voor vijanden onvindbaar is.

f Deze vuilniszakken zijn extra sterk, zodat meeuwen ze minder snel stukmaken.

Opdracht 2

1 a Toen de film was afgelopen, bleek het al bijna middernacht te zijn.

b Sneeuwschoenen hebben een brede zool, waardoor je niet zo diep in de sneeuw wegzakt.

c Gisteren vertelde Irene mij dat zij gaat rondreizen door Thailand.

d Davey beloofde dat hij voor 23:00 uur thuis zou zijn.

e Omdat Michelle in haar hand had gezaagd, moest ze naar de spoedeisende hulp.

f Wie al een ticket heeft, hoeft niet in de rij te staan.

2 Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld:

a Plotseling bleek het al bijna middernacht te zijn.

b Daardoor zak je niet zo diep in de sneeuw.

c Gisteren vertelde Irene mij iets.

d Davey beloofde dat.

e Daarom moest ze naar de spoedeisende hulp.

f Hij hoeft niet in de rij te staan.

3 a bwb

b bwb

c lv

d lv

e bwb

f ow

4 a bwb-zin

b bwb-zin

c lv-zin

d lv-zin

e bwb-zin

f ow-zin

Opdracht 3

1 a Na het kruiden van de kipsaté (bwb) twijfelde Aloyse over de smaak.

b Aan toeristen in Amsterdam (mv) wordt de waarschuwing voor zakkenrollers gegeven.

c Onder vrolijke muziek uit de speakers (bwb) deden de spelers hun warming-up.

2 a Nadat ze de kipsaté had gekruid, twijfelde Aloyse over de smaak.

b Aan wie naar Amsterdam reist, wordt de waarschuwing voor zakkenrollers gegeven.

c Terwijl vrolijke muziek uit de speakers klonk, deden de spelers hun warming-up.

Een zinsdeel of een zinsdeelzin?

1. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van duurzame energievoorziening.
2. Dit artikel beschrijft hoe duurzame energievoorziening zich zal ontwikkelen.

ZELFSTANDIG WERKEN

Wat :	Keuze: 1. opdracht 4 en 5 lesboek 2. vwo lesopdracht 1 en 2
Hoe :	In je lesboek / schrift Je mag fluisterend overleggen.
Hulp :	Theorie uit je boek of je aantekeningen
Tijd :	20 minuten
Klaar :	Pak je laptop erbij en ga naar Nieuw Nederlands online; - maak de opdrachten 6 en 7 §11 - ga naar vwo boek en maak daar opdracht 3 en 4.

Huiswerk

Do 6-2:

SO grammatica zinsdelen (§1, 3, 5, 9 en 11)