4BB 9.2 Bloed stroomt 29-11 en 6-12

Bloed 9.2 Bloed stroomt
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bloed 9.2 Bloed stroomt

Slide 1 - Slide

Het hart pompt het bloed het lichaam in

Slide 2 - Slide

Bloedsomloop

Slide 3 - Slide

Bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedsomloop of bloedvatenstelsel (In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien). 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.


Slide 4 - Slide

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 5 - Slide

Bloeddruk
Bloeddruk: bloed drukt tegen de wanden je bloedvaten.

Slide 6 - Slide

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Stoffen uit het bloed kunnen vanuit het weefselvloeistof bij de cellen komen.

(Bloedplasma wordt weefselvloeistof)

Slide 7 - Slide

een bloedvat voor het orgaan heeft de naam (orgaanslagader)

Een bloedvat na een orgaan heeft de naam (orgaanader)


Kijk bijvoorbeeld maar naar de lever. Het bloedvat dat naar de lever toe stroomt heet de leverslagader. Komt het bloedvat van de lever af? dan heeft het de leverader.

Slide 8 - Slide

Namen van bloedvaten
naam orgaan + (slag)aders

Slide 9 - Slide

Wat waren de juiste stappen van het trucje waarmee je alle bloedvaten een naam kunt geven?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Bekijk hoe het bloed stroomt.
Er naartoe = slagader
Er vanaf = ader
Bekijk om welk orgaan het gaat
Voeg de twee woorden samen

Slide 10 - Drag question

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
4
1
2
5
3
6
7
8
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader
Beenader
Halsslagader

Slide 11 - Drag question

Leerdoelen
  • Je kunt vertellen hoe bloed door je lichaam stroomt
  • Je kunt benoemen welke soorten bloedvaten je heb. 
  • Je kunt uitleggen wat bloeddruk is
  • Je kunt uitleggen hoe stoffen bij je cellen komen

Slide 13 - Slide


maken:

Maken blz. 23, 24, 25






Slide 14 - Slide