Letterlijk/figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 1 - Slide

Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weten wij het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en kunnen dit toepassen in een verhaal.

Slide 3 - Slide

Letterlijk taalgebruik
Letterlijk taalgebruik is als je iets precies zegt zoals je het bedoelt.

Slide 4 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
Bij figuurlijk taalgebruik betekent een woord niet precies wat er staat. Je moet de betekenis van het woord niet letterlijk nemen, het woord wordt dan figuurlijk gebruikt. Het gaat erom wat er bedoeld wordt.

Slide 5 - Slide

Quiztime!
Wordt het letterlijk of figuurlijk bedoeld?
- pak je wisbordje
- schrijf als antwoord F voor figuurlijk
- schrijf als antwoord L voor letterlijk

Slide 6 - Slide

Marshairo klimt in een grote boom.

Slide 7 - Slide

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

Slide 8 - Slide

Max is een boom van een vent.

Slide 9 - Slide

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Slide 10 - Slide

Zoey trekt de stoute schoenen aan.

Slide 11 - Slide

Het goede antwoord is: 

Figuurlijk taalgebruik

Slide 12 - Slide

Ik kan geen goede knoop maken. 

Slide 13 - Slide

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

Slide 14 - Slide

De meester struikelde over zijn eigen woorden.

Slide 15 - Slide

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Slide 16 - Slide

Valentijn maakt zich uit de voeten.

Slide 17 - Slide

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Slide 18 - Slide

Joya verroert geen vin.

Slide 19 - Slide

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Slide 20 - Slide

Ryano schudt een gum uit zijn mouw.

Slide 21 - Slide

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

Slide 22 - Slide

Jongleren is voor Ibrahim een koud kunstje.

Slide 23 - Slide

Het goede antwoord is:

figuurlijk taalgebruik

Slide 24 - Slide

Naomi draagt een roze bril.

Slide 25 - Slide

Het goede antwoord is:

letterlijk taalgebruik

Slide 26 - Slide

Einde!
Snap je het verschil?

Slide 27 - Slide