Spelling 1.9/2.9/3.9/4.9

Leestekens en hoofdletters 
Hoofdstuk 
1.9
2.9
3.9
4.9


1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leestekens en hoofdletters 
Hoofdstuk 
1.9
2.9
3.9
4.9


Slide 1 - Slide

1.9 Leestekens herhaling (p. 74)
punt                                  vraagteken                            uitroepteken

komma=> opsomming, tussen twee pv's, tussen bn
Ik houd van pizza, patat, poffertjes en pannenkoeken.
Als je veel oefent, word je een betere speller.
Een grote, mooie, rode ballon.

Slide 2 - Slide

1.9 Leestekens nieuw (p. 75)

Dubbele punt :
  1. opsomming
  2. uitleg/voorbeeld
  3. citaat

Slide 3 - Slide

Aanhalingstekens
  • citeren (letterlijk opschrijven wat iemand zegt)

'Hoi,' zei het meisje toen ze Kevin zag staan.

Kevin zei: 'Hallo.'

Na een : altijd een kleine letter,  behalve bij citaat of naam erna.

kleine letter bij: opsomming en uitleg/voorbeeld

Slide 4 - Slide

Nieuw: puntkomma
  • Alsof er een voegwoord zou staan.
Frank was te laat, want zijn fiets bleek gestolen.
Frank was te laat; zijn fiets bleek gestolen.

  • Onderdelen opsomming onderscheiden.
Nog te doen: huiswerk voor Nederlands, Engels en Frans; broek, shirt en slippers ophalen.
VWO

Slide 5 - Slide

Wat is juist geschreven?
A
'T regent gelukkig niet.
B
't Regent gelukkig niet.
C
't regent gelukkig niet.
D
'T Regent gelukkig niet.

Slide 6 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
honderd jaar worden is uniek.
B
100 Jaar worden is uniek.
C
100 jaar worden is uniek.

Slide 7 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
Hij houdt van turkse pizza.
B
Hij draagt graag een pet van nike.
C
De Kalverstraat ligt in Amsterdam.
D
Meneer van den Heuvel is op vakantie.

Slide 8 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
In Januari sneeuwt het vaak.
B
We wonen in overijssel.
C
Veel Kerstballen zijn rood met goud.
D
In Latijns-Amerika is Spaans de voertaal.

Slide 9 - Quiz

2.9 Hoofdletters (p. 148)
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter. 
  • Je begint het citaat met een hoofdletter.
 
  • Eigennamen (straten, talen, aardrijkskundige namen, merk)
  • Feestdagen en historische gebeurtenissen met hoofdletter. 


  • Namen van maanden en dagen NIET met een hoofdletter.
100 activisten
's Nachts
afleiding/samenstelling met feestdagen
=> dan niet kerstballen/ paaseieren

Slide 10 - Slide

Namen met tussenvoegsel
  • Op de bank zat meneer De Vries.
  • Mevrouw K. de Vries zat op een stoel.
  • Kees van Putten is getrouwd met hun dochter.
  • Zij heet mevrouw Van Putten-de Vries.
  • Maar ze noemt zichzelf Melanie van Putten.

Slide 11 - Slide

Tussenletters basiskennis
Je kent het:
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • begrip samenstelling
  • begrip afleiding

Slide 12 - Slide

Samenstelling
Twee losse woorden aan elkaar geplakt.

fiets        en        bel             => fietsbel

auto       en       rijden               => autorijden

Slide 13 - Slide

Afleiding
Woord met voorvoegsel of achtervoegsel

contra       en        spionage     => contraspionage

geel        en     achtig        => geelachtig 

Slide 14 - Slide

4.9 Leestekens (p. 69/deel b)

Slide 15 - Slide

Waarom schrijf je...               (p. 69)
  1. ruïne met trema en buiig niet?
  2. categorin met 2 e's op het eind en koloniën met 1? 
  3. havoër met een trema en vmbo'er met een apostrof?
  4. Anna's fiets en Max' brommer?
timer
3:00

Slide 16 - Slide

Leestekens
Trema boven een klinker waarmee je aangeeft dat daar een nieuwe lettergreep begint. Nodig voor uitspraak.

Apostrof weglating van een of meer letters; bij bezitsaanduiding van woorden die eindigen op een s-klank/lange klank; na cijfers of afkortingen (A4'tje, vmbo'er), meervoudsvorm (pony's) verkleinvorm (baby'tje)

Slide 17 - Slide

Leestekens
Accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt. Moet je uit je hoofd leren. Dicteewoorden en woorden uit de oefeningen.

Afkomstig uit het Frans.


Slide 18 - Slide