Erfelijkheid basis lessonup

Een meisje heeft de genen voor de oogkleur: Aa.
Zij is dan:
A
Homozygoot recessief
B
Heterozygoot
C
Homozygoot dominant
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Een meisje heeft de genen voor de oogkleur: Aa.
Zij is dan:
A
Homozygoot recessief
B
Heterozygoot
C
Homozygoot dominant

Slide 1 - Quiz

A zorgt voor bruine ogen
a zorgt voor blauwe ogen
Welke kleur ogen is dominant?
A
A (bruin)
B
a (blauw)

Slide 2 - Quiz

Frank heeft voor het haarkleur de genen BB (bruin), Frank is
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief

Slide 3 - Quiz

Rode bloemen worden weergegeven met BRBR, witte bloemen BWBW. Maar bloemen met het genotype BRBW hebben roze bloemen. Deze manier van overerven noem je...
A
Dominant
B
Intermediair
C
Recessief

Slide 4 - Quiz

Chromosomen liggen in de
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Celkern

Slide 5 - Quiz

Een mens heeft in een geslachtscel (eicel of zaadcel).
A
46 chromosomen
B
23 chromosomen

Slide 6 - Quiz

Het genotype is
A
Alle erfelijke eigenschappen
B
Alleen het uiterlijk

Slide 7 - Quiz

Het fenotype is
A
Alleen erfelijk
B
Erfelijk en invloeden van de omgeving
C
Alleen de invloeden van de omgeving

Slide 8 - Quiz

Mitose is de
A
Gewone celdeling
B
Reductiedeling (vorming geslachtscellen)

Slide 9 - Quiz

De kleur van erwten is een erfelijke eigenschap.
Een gele erwt wordt gekruist met een gele erwt.
Onder de nakomelingen ziten gele én groene erwten.

Wat is het genotype van beide gele oudererwten?
A
Beide planten zijn heterozygoot.
B
Beide planten zijn homozygoot.
C
De ene plant is heterozygoot, de ander homozygoot

Slide 10 - Quiz

Wat is de kruising tussen Monique en Kees?
A
AA x Aa
B
Aa x Aa
C
AA x aa

Slide 11 - Quiz